Hof Amsterdam oordeelt dat een executieverkoopprijs niet de waarde in het economisch verkeer van een woning oplevert in de zin van art. 17 lid 2 Wet WOZ. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X koopt op 17 januari 2013 op een executieveiling een woning voor € 1.040.000. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente Ouder-Amstel de WOZ-waarde op 1 januari 2013 terecht heeft vastgesteld op het veel hogere bedrag van € 1.794.000.

Hof Amsterdam (MK I, 5 november 2015, 15/00533, V-N Vandaag 2015/2461) oordeelt dat een executieverkoopprijs niet de waarde in het economisch verkeer van een woning oplevert in de zin van art. 17 lid 2 Wet WOZ. Vanwege het gedwongen karakter kan de verkoop op een executieveiling niet worden aangemerkt als een verkoop op de meest geschikte wijze en na de beste voorbereiding. Het hof verwerpt de stelling van X dat in dit geval een executieverkoop wel de meest geschikte wijze van verkoop zou zijn. De heffingsambtenaar heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat in dit geval moet worden afgeweken van het uitgangspunt dat de eigen koopprijs leidend is. Het hof volgt de door de heffingsambtenaar vastgestelde WOZ-waarde en verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 8 juli

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen