Hof Amsterdam oordeelt kosten voor de verwerving van inkomen niet aftrekbaar zijn, niet als resultaat uit overige werkzaamheden en niet door deze te salderen met een ontvangen transitievergoeding.
X heeft in 2003 ten behoeve van haar eigen woning een doorlopend krediet afgesloten. X brengt de betaalde rente in haar aangifte IB 2017 in aftrek. Op 2 januari 2017 heeft X wegens het beëindigen van haar dienstbetrekking een transitievergoeding ontvangen van haar voormalige werkgever ten bedrage van € 235.765. X heeft in haar aangifte over 2017 een negatief resultaat uit overige werkzaamheden aangegeven ten bedrage van € 992. Deze post was opgebouwd uit vervoerskosten, lunchkosten en kantoorkosten. X stelt dat zij deze kosten heeft gemaakt ter verkrijging van werk en dat deze kosten in mindering dienen te komen op haar inkomen dan wel dienen te worden gesaldeerd met de transitievergoeding. Bij de behandeling van de aangifte verzoekt de inspecteur om informatie omtrent de besteding van het doorlopend krediet, wijkt vervolgens af van de aangifte en neemt het negatieve resultaat uit overige werkzaamheden niet in aanmerking.
Hof Amsterdam oordeelt dat het negatief resultaat uit overige werkzaamheden niet in aanmerking kan worden genomen, ook niet door middel van saldering met de transitievergoeding. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel van X slaagt niet. Voorts oordeelt het hof dat het verzoek van de inspecteur om informatie te verstrekken ter zake van de besteding van het doorlopend krediet niet onredelijk was. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.123
Wet inkomstenbelasting 2001 3.80
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90