Mevrouw X is vanaf eind 2011 houder van een Landrover Defender HCPU 130, zijnde een pick-up met dubbele cabine en open laadbak. De auto wordt later omgebouwd tot kampeerauto door het plaatsen van een compleet op maat gemaakte opbouw. Deze opbouw is voorzien van een hefdak. Medio 2012 verzoekt X om toepassing van het kwarttarief voor kampeerauto's. In geschil is of dit verzoek terecht is afgewezen. Rechtbank Den Haag oordeelt dat ten onrechte de eis wordt gesteld dat de binnenruimte 'af fabriek', dat wil zeggen vóór toelating tot het Nederlandse wegennet, een hoogte van minimaal 130 cm moet zijn. Art. 5aa Uitvoeringsbesluit Wet MB 1994 leidt tot ongelijke behandeling van gelijke gevallen en is dus onverbindend. De inspecteur gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat het Uitvoeringsbesluit Wet MB 1994 voor zover daarin is bepaald dat de binnenruimte 'af fabriek' een hoogte van ten minste 130 cm moet hebben niet onverbindend is. Het op uitvoerbare wijze begrenzen van de toepassing van de onderhavige fiscale faciliteit is namelijk een objectieve en redelijke rechtvaardiging van de ongelijke behandeling van gelijke gevallen. Het staat de (lagere) wetgever vrij om aan de toekenning van de verruimde faciliteit een voorwaarde te verbinden die voorheen niet, althans niet in deze vorm, werd gesteld. De interpretatie die de Belastingdienst echter hanteert van het criterium 'af fabriek' is wel discriminerend. Het mag namelijk niet uitmaken of de auto voor de ombouw al is toegelaten tot het Nederlandse wegennet. De uitspraak van de rechtbank wordt, met verbetering van de gronden, bevestigd.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 23a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Den Haag