De Hoge Raad oordeelt dat de opties ‘marktsituatie’ en ‘marktsituatie handelaar’ in de koerslijst van Eurotax zijn vervallen na het belastbare feit. De aanslag wordt verlaagd tot € 6957.
X BV doet op 16 mei 2018 BPM-aangifte voor een Mini Cooper S die volgens het bijgaande taxatierapport forse schade heeft en zij voldoet € 981 aan BPM. Bij hertaxatie door Domeinen is echter geen enkele schade zichtbaar. In geschil is de BPM-naheffing van € 11.016. Rechtbank Den Haag verlaagt de aanslag tot € 7535. X BV maakt niet aannemelijk dat de auto ten tijde van de aangifte schade had. Vanwege het schadeverleden wordt in goede justitie wel een aftrek van € 1000 toegepast. Volgens Hof Den Haag is de waardevermindering in goede justitie niet toegestaan als de inspecteur de waardevermindering wegens het schadeverleden betwist en X BV het schadeverleden onvoldoende inzichtelijk maakt. X BV mag de door EurotaxGlass’s aangeboden koerslijst tot 4 oktober 2021 opgenomen factoren ‘marktsituatie’ en ‘marktsituatie handelaar’ niet als waardeverminderende factoren in aanmerking nemen. De aanslag wordt vastgesteld op € 7719. De Staatssecretaris gaat in cassatie, maar trekt dit later weer in. X BV gaat incidenteel in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de opties ‘marktsituatie’ en ‘marktsituatie handelaar’ in de koerslijst van Eurotax zijn vervallen na het belastbare feit (zie HR 28 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:248, V-N 2025/11.13 en HR 7 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:357, V-N 2025/12.10). Het incidentele beroep van X BV is dus gegrond. Niet in geschil is dat bij gebruikmaking van die koerslijst inclusief de waardeverminderende factoren de handelsinkoopwaarde € 21.164 is. Na intrekking van het principale beroep in cassatie staat voorts vast dat de som van de catalogusprijs en de BPM op het tijdstip waarop de auto voor het eerst in gebruik is genomen € 53.672 is. Verder staat vast dat de volgens art. 9 lid 1 Wet BPM 1992 verschuldigde BPM € 20.590 is. Hiervan uitgaande en rekening houdend met de extra leeftijdskorting wegens het tijdsverloop tussen het doen van de aangifte en het belastbare feit wordt de aanslag verlaagd tot € 6957.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingheffing van motorrijtuigen
Editie: 10 juni
Informatiesoort: VN Vandaag