Rechtbank Den Haag oordeelt dat de muur naar zijn aard en omvang niet ondergeschikt is aan de verder onbebouwde grond. Daarom is geen sprake van een bouwterrein, maar van de levering van bebouwde grond die is vrijgesteld BTW.
X koopt in 2002 een perceel grond met een oude fabriek. X laat de fabriek slopen en wil op de grond een appartementencomplex met zes appartementen en een penthouse en twaalf eengezinswoningen bouwen. De oude fabriek is bijna helemaal gesloopt. In de grond is een aantal funderingspalen blijven staan. Ook is één muur van de fabriek blijven staan. De muur loopt over vrijwel het gehele perceel, is 96 meter lang, 2,40 meter hoog en 25 centimeter breed en staat op een twee meter diepe en één meter brede fundering. De muur heeft de functie van grondkering en dient als tuinafscheiding en als buitenwand van de nieuw te bouwen garages. De bouw van de twaalf eengezinswoningen is nooit doorgegaan. Daarom levert X op 21 april 2016 het onbebouwd gebleven deel van de grond met de muur en funderingspalen van de oude fabriek.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de geleverde grond met de muur en funderingspalen geen onbebouwde grond is. Bovendien is de muur niet gering van omvang en ook niet naar zijn aard verwaarloosbaar. Daarom is geen sprake van de levering van een bouwterrein.
Lees ook het thema De levering van een bouwterrein: btw of overdrachtsbelasting?
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 7 januari
Carrousel: Carrousel