Rechtbank Gelderland oordeelt dat X persoonlijk geen verwijt treft voor de fouten van zijn accountant, die plotseling niet meer bereikbaar was. Na het indienen van de suppleties is zijn privéschuld aan de bv ten onrechte verrekend, waardoor de Belastingdienst is benadeeld.

X is enig aandeelhouder/bestuurder van een bv, die adviseert op het vlak van olie- en gaswinning. In 2012 leent X geld van de bv voor de bouw van zijn eigen woning. Eind 2014 doet de bv een grote winstuitkering, waarmee die lening wordt verrekend. In 2017 wordt de bv versneld ontbonden (turboliquidatie). Later worden diverse naheffingsaanslagen aan de bv opgelegd. In geschil is of X hiervoor terecht aansprakelijk is gesteld. Volgens de ontvanger is er ten onrechte winst uitgekeerd, omdat het eigen vermogen van de bv ontoereikend was.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X persoonlijk geen verwijt treft voor de fouten van zijn accountant, die plotseling niet meer bereikbaar was. Zodra X weet had van die fouten, zijn die namelijk hersteld door een kantoorgenoot van de accountant en zijn de verschuldigde belastingen alsnog aan de Belastingdienst gemeld. Na het indienen van de suppleties is zijn privéschuld aan de bv echter ten onrechte verrekend met een door X van een gelieerde partij overgenomen vordering op de bv. X heeft zich aldus bevoordeeld ten koste van de Belastingdienst. Vanwege dit kennelijk onbehoorlijk bestuur is X dus terecht aansprakelijk gesteld. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 7 januari

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen