Belanghebbende, X bv, exploiteert een uitzendbureau. Zowel de enig aandeelhouder B als diens echtgenote verrichten werkzaamheden voor de bv. Schriftelijke arbeidsovereenkomsten en urenregistraties ontbreken echter. B is arbeidsongeschikt en geniet een arbeidsongeschiktheidsuitkering. In de jaren 2006, 2007 en 2008 ontvangt B voor zijn werkzaamheden een beloning van respectievelijk € 4899, € 5112 en € 5885. Zijn echtgenote ontvangt beloningen van respectievelijk € 30.984, € 55.013 en € 45.248. De inspecteur legt X bv een naheffingsaanslag loonheffing op waarbij de lonen van beide echtgenoten worden gecorrigeerd naar het gebruikelijke loon (€ 39.000 respectievelijk € 40.000).
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de feitelijk door B en diens echtgenote genoten lonen ten onrechte heeft gecorrigeerd naar het gebruikelijke loon. Het hof stelt voorop dat de gebruikelijkloonregeling van toepassing is op beide echtgenoten die allebei werkzaamheden verrichten voor X bv. Het hof acht echter niet aannemelijk dat beide echtelieden in even grote mate werkzaamheden binnen de onderneming hebben verricht en dat deze leiden tot het kunnen verdienen van tweemaal het gebruikelijk loon. De werkelijk genoten lonen acht het hof reëel gelet op a) de beperkte tijdsbesteding die met het drijven van het uitzendbureau is gemoeid, b) de resultaten van de onderneming en c) de aard van de werkzaamheden. De omstandigheid dat B in 2007 en 2008 in Spanje heeft gewoond maakt dit laatste oordeel voor de naheffingsaanslagen over die tijdvakken niet anders. Het hof vernietigt de naheffingsaanslagen loonbelasting.
Lees ook het thema over Gebruikelijk loon en verzekeringsplicht DGA.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 12a