Ministeriële regeling, 28 juni 2013, DB2013/335M, Stcrt. 2013, 18345
De Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001 is per 1 juli 2013 gewijzigd. Over aangewezen investeringen in bedrijfsmiddelen ter zake waarvan de belastingplichtige aanschafverplichtingen is aangegaan of voortbrengingskosten heeft gemaakt in de tweede helft van 2013 kan eenmalig willekeurig (maar tot ten hoogste 50%) worden afgeschreven. De ingebruikneming van het bedrijfsmiddel moet echter wel zijn gelegen vóór 1 januari 2016. Zo niet wordt de willekeurige afschrijving teruggenomen. Als een bedrijfsmiddel waarop willekeurig is afgeschreven vóór 1 januari 2016 zodanig van bestemming wijzigt dat het bedrijfsmiddel niet meer voldoet aan de voorwaarden die worden gesteld voor willekeurige afschrijving, wordt de reeds genoten willekeurige afschrijving eveneens teruggenomen. De maatregel geldt zowel voor lichamen die in de vennootschapsbelasting worden belast als voor ondernemers die in de inkomstenbelasting worden belast.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 3 juli