Indien bepaalde Duitse socialezekerheidsuitkeringen, het zogenaamde Krankengeld en Elterngeld, op jaarbasis 15.000 euro of lager zijn, is het heffingsrecht toegewezen aan de woonstaat Nederland. Dit terwijl deze uitkeringen in Duitsland onbelast zijn. Dit wordt als onrechtvaardig ervaren. Een oplossing hiervoor vergt een aanpassing van het verdrag. Nederland is op dit moment met Duitsland in gesprek over een dergelijke aanpassing.
In het rapport komen verder een aantal andere oplossingen aan de orde ten aanzien van knelpunten met betrekking tot buitenlands belastingplichtigen. Er wordt een uitzondering gemaakt voor de verrekening van het belastingdeel van de heffingskortingen dat met ingang van 1 januari 2019, met uitzondering van de arbeidskorting voor inwoners van de landenkring, niet meer via de loonbelasting wordt ontvangen. De uitzondering gaat onder voorwaarden gelden voor inwoners van België, Aruba en Suriname met looninkomsten uit Nederland waarvan het heffingsrecht aan Nederland is toegewezen. Met ingang van 1 januari 2020 ontvangen zij het belastingdeel van de algemene heffingskorting weer via de loonbelasting.
Voor bepaalde uitgezonden Nederlanders die in dienstbetrekking staan tot Nederland zal in een beleidsbesluit worden vastgelegd dat de inhoudingsplichtige weer in de loonbelasting het belastingdeel van de algemene heffingskorting en arbeidskorting kan toepassen.
Ten aanzien van de pensioenproblematiek met België, waarbij de Belastingdienst geen vrijstelling van loonheffing meer verleende aan inwoners van België die pensioen ontvangen uit Nederland, wordt dit onder voorwaarden met terugwerkende kracht naar 1 januari 2018 opnieuw verleend.
Verder is Nederland bereid de hooglerarenbepaling in het belastingverdrag tussen Nederland en België te laten vervallen en heeft dat ingebracht in de lopende verdragsonderhandelingen met België.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 1 oktober