Op basis van de door belanghebbende, onderneemster X, ingevulde aangifte ib/pvv over het jaar 2011 is de inkomensafhankelijke combinatiekorting (hierna: iack) automatisch toegekend door het aangifteprogramma. X noch haar echtgenoot die haar hielp bij het invullen van de aangifte was zich bewust van het bestaan van deze (aanvullende) heffingskorting. Bij het regelen van de aanslag heeft de inspecteur de zelfstandigenaftrek/startersaftrek gecorrigeerd, waardoor ook het bedrag van de mkb-winstvrijstelling wijzigde. Als gevolg van deze correcties kwam X niet meer in aanmerking voor de iack. Bij de verdere geautomatiseerde bewerking van de aanslag is de iack niet teruggenomen. In juli 2014 komt de programmeerfout aan het licht. Gevolg is de in geschil zijnde navorderingsaanslag ib/pvv. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep.
Hof Amsterdam beslist in navolging van de rechtbank dat de inspecteur bevoegd is om de, als gevolg van een niet onderkende programmeerfout te weinig geheven belasting, na te vorderen. Het betreft een ‘fout als gevolg van de geautomatiseerde werkwijze van de Belastingdienst' en daarmee een ‘fout' in de zin van artikel 16, tweede lid, onderdeel c, AWR. Er is geen sprake van een ‘beoordelingsfout' van de aanslagregelende ambtenaar reeds vanwege het feit dat deze ambtenaar zich niet bewust was van de programmeerfout. De stelling van X dat de bij de aanslagregeling gemaakte fout voor haar (en haar gemachtigde) niet redelijkerwijs kenbaar was, stuit af op de niet voor tegenbewijs vatbare fictie van artikel 16, tweede lid, onderdeel c, AWR. Dit houdt in dat de kenbaarheid wordt verondersteld indien, zoals hier het geval is, de te weinig geheven belasting ten minste 30% bedraagt van de wettelijk verschuldigde belasting. Het hoger beroep is ongegrond.
Lees ook het thema Navordering.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16, lid 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 22 augustus