X is gehandicapt en verhuist daarom in het jaar 2009 naar een aangepaste woning. De verhuizing is geïndiceerd door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). In opdracht van de gemeente, naar aanleiding van die indicatie, zijn in de woning onder meer een traplift aangebracht, is de keuken onderrijdbaar gemaakt, zijn het toilet en de natte cel vergroot en is de ingang van de berging aangepast voor de scootmobiel. Ook ontvangt X van de gemeente een verhuiskostenvergoeding. Bij het opleggen van de definitieve aanslag ib/pvv 2010 accepteert de inspecteur de door X geclaimde aftrek voor specifieke zorgkosten in verband met woningaanpassingen, ad € 16.260, niet. Het betreft kosten voor meubilair, zonwering, gordijnen, laminaat en kosten voor stuc- en schilderwerk. X is van mening dat, nu de verhuizing medisch geïndiceerd is, alle met de verhuizing verband houdende kosten als zorgkosten kwalificeren.
Hof Amsterdam beslist in navolging van de rechtbank dat X geen recht heeft op de aftrek van specifieke zorgkosten. De inrichtingskosten die X heeft opgevoerd, zijn niet aan te merken als uitgaven voor aanpassingen van de woning die vanwege een functiebeperking op medisch voorschrift zijn aangebracht. Niet gesteld of aannemelijk is geworden dat de kosten zijn opgeroepen door de aanpassingen aan de woning die in opdracht van de gemeente zijn verricht. X heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat een of meer van de door hem geclaimde uitgaven betrekking heeft op (aanpassingen van) zaken die hoofdzakelijk door zieke of invalide personen worden gebruikt. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 22 augustus