Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft vragen beantwoord uit het schriftelijk overleg Deliveroo naar aanleiding van het antwoord op Kamervragen van het lid Van Dijk (PvdA) over het bericht dat de rechtbank opnieuw bevestigt dat de Deliveroo-bezorgers gewoon werknemers zijn. Vooralsnog is geen sprake van een concrete platformmaatregel.

Een aantal maanden geleden is gestart met een onderzoek naar de mogelijke vormgeving van een maatregel die platforms in beginsel aanmerkt als werkgever, mits er voldoende indicaties van gezagsuitoefening over de platformwerker zijn. Als sprake is van voldoende indicaties van gezag geldt voor het platformbedrijf in een concrete arbeidsrelatie het uitgangspunt “werkgever, tenzij”. Over de eventuele vormgeving van een dergelijke maatregel is met een aantal relevante partijen gesproken. Er is nog geen sprake van een concrete concept-maatregel.

De vragen zijn gesteld naar aanleiding van de verschillen tussen twee gerechtelijke uitspraken over Deliveroo-bezorgers. In de uitspraak van Hof Amsterdam van 16 februari 2021 is geoordeeld dat de bezorgers werknemers zijn van Deliveroo, terwijl Rechtbank Amsterdam op 23 juli 2018 heeft geoordeeld dat een individuele bezorger wel als ondernemer kan worden aangemerkt.

De minister merkt op dat de feitelijke omstandigheden in deze zaken niet hetzelfde zijn en dat de uitspraken mogelijk van elkaar verschillen doordat tussentijds het arrest van de Hoge Raad van 6 november 2020 (V-N 2020/59.8) is verschenen. Tegen de uitspraak van Hof Amsterdam is cassatie ingesteld, waardoor de Hoge Raad hierover ook nog zal oordelen.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 14 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen