De Hoge Raad ziet - anders dan rechtbank en hof - wel ruimte voor een vermindering van de overdrachtsbelasting in verband met de door de vorige verkrijgers betaalde grondprijs, omdat die vorige verkrijging (zijnde een levering in de zin van de Wet OB 1968) heeft plaatsgevonden binnen de zesmaandstermijn. 

X heeft van de eerste verkrijgers een appartementsrecht gekocht en geleverd gekregen, nadat het appartement aan die eerste verkrijgers was opgeleverd. De notaris voldoet namens X overdrachtsbelasting over het verschil tussen de door X betaalde koopsom en het totaal van de door de eerste verkrijgers betaalde bouwtermijnen exclusief omzetbelasting. X wil dat de grondslag van de overdrachtsbelasting ook wordt verminderd met de door de vorige verkrijgers betaalde grondprijs, omdat de vorige verkrijging in haar visie niet slechts de oplevering van het appartement betrof, maar de gecombineerde verkrijging van grond plus appartement, en wel op het moment van oplevering van het appartement. Dat moment viel binnen de anti-cumulatieperiode. Rechtbank en hof zien met de inspecteur twee verkrijgingen/leveringen, waarvan de eerste (van de grond) buiten de anti-cumulatieperiode viel.

De Hoge Raad ziet - anders dan rechtbank en hof - wel ruimte voor een vermindering van de overdrachtsbelasting in verband met door de vorige verkrijgers betaalde grondprijs, omdat die vorige verkrijging (zijnde een levering in de zin van de Wet OB 1968) heeft plaatsgevonden binnen de zesmaandstermijn. Een zinvolle uitleg van de anti-cumulatieregeling brengt volgens de Hoge Raad mee dat in gevallen waarin sprake is geweest van verschuldigdheid van omzetbelasting onder ‘vorige verkrijging' wordt verstaan: een vorige levering in de zin van de omzetbelasting (vgl. HR 10 juni 2011, BNB 2012/140). Deze uitleg strookt met de parlementaire geschiedenis die aangeeft dat de regeling onder meer van toepassing is indien een particulier door een aannemer een huis laat bouwen en dat huis binnen zes maanden na de oplevering verkoopt. Nu de parlementaire toelichting daarvoor geen uitzondering maakt, moet worden aangenomen dat zij ook ziet op gevallen waarin het huis wordt gebouwd op eigen grond van een particulier. Ook dan is immers sprake van een aan de heffing van omzetbelasting onderworpen levering (art. 3, aanhef en lid 1, letter c Wet OB 1968). Dat in dat geval de eigendom van de opstal door natrekking wordt verkregen, doet hieraan niet af. In dit geval moeten de handelingen van de aannemer jegens de vorige verkrijgers met betrekking tot de grond en het appartement voor de heffing van omzetbelasting samen als één prestatie worden beschouwd, en wel als de levering van een onroerende zaak. Die levering heeft plaatsgevonden op het moment van oplevering van het appartement aan de vorige verkrijgers, zijnde binnen de zesmaandstermijn. De Hoge Raad verleent X een aanvullende teruggaaf van 6% van de grondkosten exclusief omzetbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 13

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad (Belastingkamer)

Editie: 17 juni

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen