Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een beroep dat uitsluitend is gericht tegen de bezwaarkostenvergoeding ontvankelijk is ook wanneer de gemachtigde rechtsbijstand verleent op basis van ‘no cure no pay' en de belanghebbende zelf niet profiteert van een eventuele hogere kostenvergoeding. 

Een gemachtigde maakt namens X bezwaar tegen de WOZ-waarde 2011. De heffingsambtenaar van de gemeente Zutphen verklaart het bezwaar gegrond, verlaagt de WOZ-waarde en kent een bezwaarkostenvergoeding toe van € 461,90 (bestaande uit € 218 voor de kosten van rechtsbijstand en € 243,90 voor taxatiekosten). X stelt dat de gemeente ten onrechte de kosten voor het bijwonen van een hoorzitting niet heeft vergoed en dat de vergoeding voor taxatiekosten te laag is. Rechtbank Zutphen verklaart het beroep van X wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk omdat – kort samengevat - een eventuele extra kostenvergoeding niet aan X ten goede zou komen maar geheel aan de gemachtigde.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een beroep dat uitsluitend is gericht tegen de bezwaarkostenvergoeding ontvankelijk is ook wanneer de gemachtigde rechtsbijstand verleent op basis van ‘no cure no pay' en de belanghebbende zelf niet profiteert van een eventuele hogere kostenvergoeding. Aan de ontvankelijkheid van een beroep staat namelijk niet in de weg dat de bijstand is verleend op basis van ‘no cure no pay' (vgl. HR 16 november 2012, nr. 11/02517, BNB 2013/41) noch het feit dat X ermee heeft ingestemd dat een eventuele kostenvergoeding aan de rechtsbijstandverlener wordt uitbetaald. Het hof doet de zaak zelf af en kent alsnog een vergoeding toe voor het bijwonen van de hoorzitting door de gemachtigde (€ 235) en de taxateur (€ 60,50 te weten 1 uur tijdsbesteding x uurtarief van € 50 vermeerderd met btw).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 7:15-2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 17 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen