Belanghebbende, X, drijft een aannemingsbedrijf. Na een boekenonderzoek wijkt de inspecteur af van de door X ingediende aangifte IB/PVV 2005 en legt hij een aanslag op naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 79.859 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2821. Verder legt de inspecteur een beschikking heffingsrente op van € 2165. Als de Belastingdienst het bezwaar afwijst, stelt X beroep in bij Rechtbank Leeuwarden die de aanslag vermindert naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 67.859. X gaat tegen de rechtbankuitspraak in hoger beroep, de inspecteur stelt incidenteel hoger beroep in.
Hof Leeuwarden sluit zich aan bij het door partijen op de zitting gesloten compromis over de hoogte van de aanslag IB/PVV 2005, de heffingsrente en de proceskosten. Het compromis houdt in dat de uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd behalve het oordeel over de proceskostenvergoeding en het griffierecht en dat de aanslag wordt vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 59.050 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2821 en dat de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig wordt verminderd. Tevens zijn partijen overeengekomen dat de inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van X in hoger beroep. Het hof berekent de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor het hoger beroep op € 874.