X heeft zich op 1 februari 2002 laten uitschrijven bij de GBA in Nederland. Vanaf 15 oktober 2003 staat X, directeur van de Luxemburgse A Sarl (hierna: A), in Luxemburg ingeschreven. X houdt zijn woning in Nederland aan waar zijn gezin verblijft en waar hij vaak de weekenden doorbrengt. A stelt personeel beschikbaar aan binnenvaartondernemers. De werkzaamheden van X voor A bestaan uit klantencontacten en acquisitie, (toezicht op de) administratieve verwerking van personeelsgegevens en salarissen, betalingsverkeer, klachtenafhandeling en indeling en inzet van personeel. X verricht geen werkzaamheden aan boord van binnenschepen. In geschil is of X in het jaar 2005 verplicht verzekerd is voor de Nederlandse volksverzekeringen. In navolging van de rechtbank beslist Hof Den Haag dat X verplicht verzekerd is voor de volksverzekeringen, omdat hij een deel van zijn werkzaamheden in Nederland heeft verricht. Op grond van artikel 14, tweede lid, letter b, onder i, van Verordening 1408/71 is dan de Nederlandse wetgeving van toepassing. Gelet op de aard van de functie van X is het volgens het hof aannemelijk dat hij - met behulp van de moderne communicatiemiddelen - ook op de dagen dat hij bij zijn gezin verblijft, bereikbaar is voor zijn klanten. Het hof vindt het niet geloofwaardig dat X zich in deze perioden onbereikbaar houdt als zich klachten voordoen of sprake is van uitgeleend personeel dat per direct moet worden vervangen. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Geen tijdsevenredig maximum premie-inkomen bij overlijden (art. 81 Wet RO)
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het een bewuste keuze van de wetgever is geweest om overlijden uit te sluiten van de tijdsevenredige verlaging van het maximum premie-inkomen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
SVB weigert terecht afgeven A1-verklaring: Belgische wetgeving van toepassing (art. 81 Wet RO)
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de SVB terecht geen A1-verklaring aan X heeft afgegeven. X woonde ten tijde van de aanvraag namelijk in België, zodat het aan België is om de toepasselijke wetgeving vast te stellen, ook voor een situatie in het verleden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Tienduizenden bedrijven gaan alsnog failliet door corona
Zo'n 30.000 tot 40.000 bedrijven zullen failliet gaan door coronaschulden. Dat betekent een strop van € 1,5 tot 2 miljard voor de fiscus. Een deel van die dreigende faillissementen is nog wel te voorkomen, schrijft het AD.
Aftrek Liechtensteinse premies en ‘Krankentaggeldversicherung’ bij vaststelling belastbaar inkomen toegestaan
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de in Liechtenstein betaalde sociale zekerheidspremies en ‘Krankentaggeldversicherung’ voor aftrek in aanmerking komen bij de vaststelling van het belastbaar inkomen van X. De ‘Krankenkasse Arbeitgeber Beitrag’ en de ‘Reisespesen' zijn niet aftrekbaar.
Rijnvarende met Liechtensteinse werkgever heeft geen recht op vrijstelling van PVV-premies
In hoger beroep bevestigt Hof 's-Hertogenbosch dat de inspecteur in het kader van de premieheffing is gebonden aan een door de Svb afgegeven A1-verklaring. X is in 2016 en 2018 dan ook verplicht verzekerd voor de Nederlandse socialezekerheidswetgeving. De door Liechtenstein afgegeven A1-verklaring doet daar niet aan af.
Fiscale maatregelen Voorjaarsnota 2025
Minister Heinen van Financiën heeft de Voorjaarsnota 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer. Hieraan ontlenen wij de volgende fiscale maatregelen.