Aan belanghebbende, X, zijn navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd over de jaren 2008 en 2009 met vergrijpboeten.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant honoreert het verzoek van de inspecteur om voor de vergrijpboete interne compensatie toe te passen. Ter zitting verzoekt de inspecteur voor de vermindering van de boeten in verband met undue delay om interne compensatie nu bij de uitspraken op bezwaar de gedragingen van X ten onrechte niet zijn aangemerkt als opzet. De rechtbank is van oordeel dat vergrijpboeten van 50% wegens (voorwaardelijke) opzet passend en geboden zijn en wijst het verzoek om interne compensatie toe waardoor geen aanleiding is voor vermindering van de boeten. De rechtbank verklaart ook de beroepen van X tegen de navorderingsaanslagen ongegrond. Voor het jaar 2008 past de rechtbank omkering van de bewijslast toe omdat X wist of redelijkerwijs moet hebben beseft dat hij over zijn inkomsten belasting verschuldigd was. De rechtbank is van oordeel dat de inkomenscorrectie bij de uitspraak op bezwaar is gebaseerd op een redelijke schatting. X toont niet aan dat inkomenscorrectie onjuist is. Voor het jaar 2009 kan de bewijslast niet worden omgekeerd omdat X nooit is uitgenodigd voor het doen van aangifte. Ook met de normale regels van stelplicht en bewijslast maakt de inspecteur echter de hoogte van de navorderingsaanslag aannemelijk.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e