X stelt digitaal beroep in tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door de Belastingdienst.
Rechtbank Gelderland verklaart het beroep van X niet-ontvankelijk. X heeft niet toegelicht waar het beroep betrekking op heeft, maar stelt wel stukken te hebben overgelegd aan de inspecteur. De inspecteur heeft verklaard dat dit over de IB/PVV 2001 en 2002 ging en dat op de desbetreffende bezwaren (digitaal) is beslist. Voor zover het beroep gericht is tegen de uitspraken op bezwaar is het te laat. Voor zover het gaat om het niet of niet tijdig beslissen, heeft X niet gesteld dat hij de inspecteur in gebreke heeft gesteld. De inspecteur is alleen bekend met een ingebrekestelling van 14 december 2007. X heeft geen goede verklaring gegeven waarom hij pas in 2018 in beroep is gekomen. Voor zover eiser bedoelt op te komen tegen andere besluiten of het niet beslissen op andere bezwaren, waarvoor de belastingrechter bevoegd is, heeft X dit niet vermeld in het beroepschrift. In alle gevallen is de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank ziet in de na afloop van de zitting ontvangen brief van X dat hij de uitnodiging voor de zitting niet heeft ontvangen, geen reden om het onderzoek te heropenen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:56
Algemene wet bestuursrecht 6:5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 14 april