Dit wetsvoorstel heeft betrekking op de ontbinding op eigen initiatief van rechtspersonen zonder baten, in de praktijk ‘turboliquidatie’ genoemd. De wijzigingen van Boek 2 BW betreffen de introductie van een (financiële) deponeringsplicht (transparantieverplichting) voor de gewezen bestuurders van de ontbonden rechtspersoon en de mogelijkheid een civielrechtelijk bestuursverbod en boeten op te leggen in geval van misbruik. Het wetsvoorstel voorziet in een verplichting van de gewezen bestuurder om een aantal stukken openbaar te maken, als de rechtspersoon is ontbonden door een ontbindingsbesluit en daarmee is beëindigd wegens het ontbreken van baten. In deze stukken wordt financiële verantwoording afgelegd over de ontbinding van de rechtspersoon en de eventuele voorafgaande feitelijke vereffening. Nadat het gewezen bestuur de deponeringen hiervan heeft gedaan, stelt het eventuele schuldeisers hiervan onverwijld schriftelijk op de hoogte. Het gaat erom dat de schuldeisers spoedig kennis kunnen nemen van de beëindiging en de mogelijkheid om financiële gegevens van de rechtspersoon te raadplegen bij de te vermelden registers. Of het gewezen bestuur al dan niet aan de transparantieverplichting heeft voldaan, kan de rechter als omstandigheid meewegen in een eventuele procedure tegen dit bestuur in het kader van de ontbinding zonder baten.
Inhoudsopgave van deze editie
Bij verbouwing kantoorpand tot hotel geen nieuw vervaardigd goed: samenloopvrijstelling niet van toepassing
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat art. 12 lid 2 Btw-richtlijn 2006 geen rechtstreekse werking kent. Er is ook geen noodzaak tot het stellen van prejudiciële vragen. Het beroep op de samenloopvrijstelling wordt ook verworpen, omdat geen sprake is van een nieuw vervaardigd goed.
Proceskostenveroordeling voor gemakzuchtige gemachtigde
Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het procesgedrag van de gemachtigde reden is om de gemachtigde in de proceskosten van de heffingsambtenaar te veroordelen.
Toename rekening-courantschuld is winstuitdeling
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat op het moment van de geldverstrekkingen al duidelijk was dat X niks kon terugbetalen.
Gerelateerde artikelen
Oprichtingsaktes bv in de lift
Notarissen hebben in november 2024 7 procent meer aktes van oprichting voor een bv gepasseerd dan in november 2023. Deze toename valt in een trend van alsmaar stijgende aantallen ten opzichte van vorig jaar. Ook het aantal leveringsaktes van aandelen en certificaten deelt in deze toename. Dat maakt de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) bekend.
Beleidsbesluit over open commanditaire vennootschap geldt tot en met 31 december 2024
Het beleid in het Besluit over de open commanditaire vennootschap is niet meer van toepassing met ingang van 1 januari 2025. De Staatssecretaris van Financiën past het Besluit van 15 december 2015, nr. BLKB2015/1209M, V-N 2016/2.3 hiertoe aan. Het Besluit is van toepassing op de kalenderjaren tot en met 31 december 2024, namelijk de kalenderjaren voor de inwerkingtreding van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (WFKR).
Werking Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden eindigt door inwerkingtreding artikelen WFKR
Het Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M, V-N 2009/65.17, blijft van toepassing op kalenderjaren voor de inwerkingtreding van de artikelen I t/m VIII van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (WFKR), en is niet van toepassing op de kalenderjaren vanaf de inwerkingtreding van deze wetsartikelen. Het beleid in het besluit is niet meer van toepassing met ingang van 1 januari 2025.
Kennisgroepstandpunt over doorschuiffaciliteit WFKR en begrip commanditaire vennoot
De Kennisgroep reorganisatiefaciliteiten en fiscale eenheden bevestigt dat een open CV ook gebruik kan maken van de doorschuiffaciliteit van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (WKFR) in de situatie dat de civielrechtelijke commanditaire vennoot een open CV, een besloten CV of een STAK is. Het begrip ‘commanditaire vennoot’ hoeft niet zuiver civielrechtelijk te worden opgevat. Er dient ook rekening te worden gehouden met de gevolgen van fiscale transparantie.
Bijna 300 duizend Nederlandse familiebedrijven goed voor 595 miljard omzet
Begin 2022 telde Nederland bijna 300 duizend familiebedrijven. Bijna driekwart van de familiebedrijven is actief in het niet-financiële bedrijfsleven, zoals de detailhandel, horeca en industrie. Gezamenlijk realiseerden zij een omzet van 595 miljard euro en voegden ruim 152 miljard euro aan waarde toe aan de Nederlandse economie. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over familiebedrijven in Nederland.
Aangenomen moties Belastingplan 2025
De Tweede Kamer heeft op 14 november 2024 de volgende moties aangenomen die zijn ingediend bij de behandeling van het pakket Belastingplan 2025.
Nieuw besluit overdrachtsbelasting inzake certificering en Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen
De Minister van Financiën heeft een nieuw besluit gepubliceerd met twee goedkeuringen voor de heffing van overdrachtsbelasting (OVB). Het betreft een goedkeuring bij het ongedaan maken van een certificering van participaties in een open CV en een goedkeuring bij de certificering van aandelen verkregen bij een aandelenfusie als bedoeld in art. XII van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (WFKR).
Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen uitgebracht
In het Staatsblad is het Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen gepubliceerd. Met dit besluit wordt verdere uitwerking gegeven aan de rechtsvormvergelijkingsmethode.
Kennisgroepstandpunt: Schotse Private Fund Limited Partnership is transparant samenwerkingsverband
Een naar het recht van Schotland opgerichte Private Fund Limited Partnership (PFLP) kwalificeert als een transparant samenwerkingsverband. Deze kwalificatie is van toepassing op de heffing van vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, dividendbelasting en bronbelasting. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen.
De baby-bv. Een directeur in de luiers?
De erfbelasting zou de meest gehate belasting zijn. Wellicht zet de erfbelasting mensen daarom wel aan tot creativiteit. Zo zingt sinds een aantal jaar het fenomeen ‘baby-bv’ rond. Daarbij is sprake van een onderneming op naam van een jong kind en een ouder die in de onderneming werkt. Gaat het goed met de onderneming? Dan wordt het kind rijker en niet de ouder. Dat scheelt erfbelasting bij het overlijden van die ouder. Een slimme zet, of schiet men hier een beetje door?