Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het procesgedrag van de gemachtigde reden is om de gemachtigde in de proceskosten van de heffingsambtenaar te veroordelen.

X komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-waarden 2020 en 2021 van een sportcomplex.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het procesgedrag van de gemachtigde van X reden is om gemachtigde in de proceskosten van de heffingsambtenaar te veroordelen. De gemachtigde is eerder al gewaarschuwd door Hof Den Haag (Hof Den Haag 22 februari 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:672, V-N 2019/26.27.14) dat een proceskostenveroordeling kan volgen wanneer de gemachtigde volhardt in zijn optreden. Dat optreden bestaat erin dat de gemachtigde in elke procedure volstaat met het indienen van nietszeggende en dikwijls onsamenhangende en inconsistente producties. Die producties bevatten nooit concrete op de zaak toegespitste grieven. De rechtbank ziet hierin aanleiding om de gemachtigde van X te veroordelen in de proceskosten. Onduidelijk is echter wat de proceskosten van de heffingsambtenaar zijn geweest, zodat een vergoeding achterwege blijft.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 15 maart

33

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen