Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de aanslagen forensenbelasting, afvalstoffenheffing en rioolrecht in stand kunnen blijven. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende, X, heeft in de jaren 2008 en 2009 meer dan 90 dagen een woonark voor zich ter beschikking in de gemeente Nieuwkoop zonder in deze gemeente hoofdverblijf te houden. De ark is voorzien van een (in)directe aansluiting op de gemeentelijke riolering. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente X terecht een aanslag forensenbelasting (2008) en aanslagen rioolrechten en afvalstoffenheffing (2009) heeft opgelegd.Hof 's-Gravenhage (MK III, 23 november 2011, BK-11/00108 en BK-11/00109) oordeelt dat de aanslagen forensenbelasting, afvalstoffenheffing en rioolrecht in stand kunnen blijven. Het hof verwerpt het standpunt van X dat de aanslagbiljetten niet duidelijk zijn. Het hof overweegt dat uit de aanslagbiljetten duidelijk is op te maken om welke heffingen het gaat en over welke jaren. Ook de stelling van X dat de gemeente naast rioolrecht en afvalstoffenheffing geen forensenbelasting mag heffen, faalt. Door het enkele meer dan 90 dagen ter beschikking hebben voor recreatiedoeleinden van haar woonark in de gemeente maakt X al gebruik van gemeentelijke voorzieningen, andere dan het gemeentelijk riool en de door de gemeente verzorgde inzameling van afvalstoffen, aldus het hof. Voor de heffing van forensenbelasting is dus plaats naast de andere heffingen. Van een ongeoorloofde cumulatie van forensenbelasting met roerende ruimtebelasting kan in het geheel geen sprake zijn omdat laatstgenoemde heffing in 2008 nog niet door de gemeente werd geheven. Ook het feit dat X in de gemeente waar zij hoofdverblijf heeft reeds gemeentelijke belastingen betaalt, doet niet ter zake. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
2