De aandelen van belanghebbende, X bv, worden gehouden door de Stichting X. A is enig bestuurder van deze stichting en tevens directrice van X bv. X bv ontvangt ziekengeld ten behoeve van de arbeidsgehandicapte werknemer B, de partner van A. Op grond van een beding in de arbeidsovereenkomst hoeft X bv het ziekengeld niet door te betalen aan B, hetgeen X bv dan ook niet doet. De inspecteur meent dat het ziekengeld geacht moet worden te zijn ontvangen door B en hij legt aan X bv een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekering op met een vergrijpboete. In geschil is of dit terecht is. Hof Arnhem handhaaft de naheffingsaanslag maar vernietigt de boetebeschikking. X bv stelt beroep in cassatie in. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en verwijst.
Verwijzingshof 's-Hertogenbosch overweegt, dat niet aannemelijk is geworden dat de controleambtenaar bij het boekenonderzoek een eigen belang heeft laten prevaleren en acht geen grond aanwezig om het rapport als bewijs uit te sluiten. Volgens het hof heeft X bv in strijd met art. 52 AWR diskettes niet ter beschikking gesteld, zodat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard. De naheffingsaanslag wordt vervolgens gehandhaafd. De vergrijpboete wordt vernietigd, omdat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat het aan (voorwaardelijke) opzet of grove schuld van X bv is te wijten dat de loonheffing niet is betaald.