Belanghebbende, vof X, exploiteert een Chinees/Indisch (afhaal)restaurant. De bevindingen van een boekenonderzoek en zes waarnemingen ter plaatse monden uit in naheffingsaanslagen loonheffing over 2002 en 2003 met boeten van 50%. De vof gaat in beroep.
Hof Amsterdam is het met de rechtbank en de inspecteur eens dat de vof niet voldoet aan de op haar rustende administratie- en bewaarplicht en dat die schending dusdanig is dat het de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast rechtvaardigt. De administratie van de vof geeft geen getrouw beeld van het aantal gewerkte en verloonde uren van de werknemers in het restaurant en van de gerealiseerde omzet. De werkroosters en de aantekeningen over het aantal gewerkte uren door het personeel is niet bewaard. De schatting van de inspecteur van de niet-verloonde uren is volgens het hof redelijk en de vof bewijst niet dat en in hoeverre de naheffingsaanslagen onjuist zijn.
Het hof acht, met de rechtbank, een vergrijpboete van 50% (€ 88.264) op zichzelf passend en geboden. Uiteindelijk heeft de rechtbank de boete verminderd tot € 60.000 waarbij rekening is gehouden met de ernstige financiële problemen van de vennoten, het feit dat de omvang van de niet betaalde belasting is vastgesteld met toepassing van de omkering en verzwaring van de bewijslast, en met de overschrijding van de redelijke termijn. Voor een verdere vermindering ziet het hof geen aanleiding.