X en haar echtgenoot wonen tot 1998 in België. In dat jaar koopt de echtgenoot zijn Belgische pensioen af en de afkoopsom staat achtereenvolgens op bankrekeningen in Luxemburg en Zwitserland. In 2013 sluiten ze de Zwitserse rekening en het geld wordt contant in huis bewaard. Het meeste daarvan is inmiddels consumptief besteed. In geschil zijn de aan X opgelegde de vergrijpboetes bij de navorderingsaanslagen over 2007 en 2012 tot en met 2015 , zijnde 50% voor 2007 en 150% voor de latere jaren (zie 21/3163 voor de beroepen van de echtgenoot).
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat te weinig belasting zou worden geheven. Het was namelijk steeds haar echtgenoot die de gegevens voor de aangiften aan (het kantoor van) haar gemachtigde heeft verstrekt en niet zijzelf. Er is geen sprake van voorwaardelijk opzet. X kan wel grove schuld worden verweten. X heeft steeds toestemming gegeven voor het indienen van de onjuiste aangiften, zodat de boeten vanwege grove schuld worden gehalveerd tot het totaal van € 9765. Het maakt niet uit dat X inmiddels ruim negentig jaar oud is.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 2 februari