Belanghebbende, X, parkeert zijn auto op een parkeerplaats waar de eerste 24 uur gratis kan worden geparkeerd. Op borden staat vermeld dat parkeerders altijd een parkeerkaartje moeten halen, ook tijdens het gratis parkeren de eerste 24 uur. In geschil is of de gemeente X terecht een naheffingsaanslag parkeerbelasting heeft opgelegd nadat een controleur had geconstateerd dat er geen kaartje in de auto van X lag.

Hof Den Haag oordeelt dat de verplichting om ook tijdens de eerste 24 uur gratis parkeren een parkeerkaartje te halen niet bindend is. Deze verplichting is namelijk niet in de verordening geregeld. Evenmin is in de tarieventabel het nultarief voor de eerste 24 uren afhankelijk gesteld van het halen van een parkeerkaartje uit de parkeerautomaat. Het hof concludeert dat de heffingsambtenaar een naheffingsaanslag heeft opgelegd ter zake van betaaldparkerenbelasting die niet krachtens de verordening verschuldigd is. Deze naheffingsaanslag moet worden vernietigd. Het hof verwerpt verder de stelling van de heffingsambtenaar dat X ter zake van het parkeren op het parkeerterrein € 1,00 per 4 uur verschuldigd is omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat het parkeren ten hoogste 24 uur heeft geduurd. De heffingsambtenaar miskent hiermee dat op hem de last rust te bewijzen dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Voor een omkering van de bewijslast als door de heffingsambtenaar bepleit, is geen steun te vinden in het recht.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225