Aan belanghebbende, X, zijn navorderingsaanslagen in de IB/PVV en VB opgelegd met boeten, omdat hij zou hebben verzwegen dat hij bankrekeningen had bij de Kredietbank Luxemburg. Aanleiding is de afdruk van een microfiche dat de inspecteur via de Belgische Belastingdienst heeft ontvangen. X komt in beroep. Hof 's-Gravenhage verklaart het beroep ongegrond. X stelt beroep in cassatie in. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en verwijst de zaak naar Hof Amsterdam.
Verwijzingshof Amsterdam overweegt dat omdat niet is gemotiveerd op welke wijze de op de microfiches vermelde gegevens, andere dan die welke betrekking hebben op de rekening waarvan X als houder is geïdentificeerd, hebben kunnen bijdragen aan de besluitvorming over de aan X opgelegde navorderingsaanslagen, deze microfiches geen gedingstukken vormen in de zin van artikel 8:42 Awb. Het hof beslist verder dat de navorderingsaanslagen moeten worden verminderd met de factor 1,5. Vervolgens overweegt het hof dat de inspecteur voldoende bewezen heeft dat het aan opzet van X te wijten is dat aanvankelijk te weinig belasting is geheven. De boeten zijn terecht opgelegd maar worden met 20% verminderd in verband met de toepassing van artikel 27e AWR.