Belanghebbende, X, stelt hoger beroep in tegen de uitspraak van Rechtbank 's-Gravenhage van 14 september 2009, nr. AWB 08/3355 BPM. Het hoger beroepschrift is door een advocaat ingediend op 3 november 2009 en luidt: "Met de uitspraak kan belanghebbende zich niet verenigen op nader aan te geven gronden. Ik verzoek u mij voor de nadere gronden van het beroepschrift enig uitstel te verlenen." Per brief van 12 november 2009 wijst het hof de advocaat erop dat het hogerberoepschrift niet de gronden van het hoger beroep bevat en stelt het hof hem in de gelegenheid het verzuim te herstellen. Nadien is de termijn voor herstel enkele malen verlengd. Na een vereenvoudigde behandeling verklaart Hof 's-Gravenhage het hoger beroep op 8 juli 2011 niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van de gronden van het beroep.
Hof 's-Gravenhage oordeelt in verzet dat X ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard wegens het ontbreken van de gronden van het hoger beroep. Tot de stukken behoort een aan het hof gerichte en binnen de termijn voor herstel ingekomen brief van de advocaat van X die wel degelijk een motivering van het hoger beroep bevat. Conclusie is dat X het verzuim dat het hogerberoepschrift aanvankelijk niet was voorzien van de gronden, tijdig en adequaat heeft hersteld. Het hof verklaart het verzet gegrond.