Hof Den Haag oordeelt dat X bv niet de vereiste aangiften heeft gedaan en dat de inspecteur met zijn gemotiveerde schatting van de winst respectievelijk omzet aannemelijk maakt dat de VPB-navorderingsaanslagen en BTW-naheffingsaanslag terecht en naar de juiste bedragen zijn opgelegd.

X bv exploiteert een café. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur VPB-navorderingsaanslagen en een BTW-naheffingsaanslag op aan X bv. De theoretische omzetberekening valt namelijk aanzienlijk hoger uit dan de aangegeven omzet in onderhavige jaren. Volgens de inspecteur ontbreekt door de gebreken in de administratie de mogelijkheid om een uitspraak te doen over de juistheid en de volledigheid van de aangegeven omzet.

Hof Den Haag oordeelt dat X bv niet de vereiste aangiften heeft gedaan en dat de inspecteur met zijn gemotiveerde schatting van de winst respectievelijk omzet aannemelijk maakt dat de VPB-navorderingsaanslagen en BTW-naheffingsaanslag terecht en naar de juiste bedragen zijn opgelegd. Met betrekking tot de BTW-naheffingsaanslag oordeelt het hof dat het verdedigingsbeginsel niet is geschonden. Het conceptcontrolerapport bevat een voldoende nauwkeurige vermelding van de elementen die de inspecteur aan de voorgenomen naheffingsaanslag ten grondslag wil leggen. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 16 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

229

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen