Hof Den Haag oordeelt dat X er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat het woon-werkpand in 2008 leeg stond. De inspecteur heeft het pand dan ook terecht niet aangemerkt als een eigen woning.

X is architect en heeft haar werkzaamheden in diverse bv's ondergebracht. Ze verricht haar werkzaamheden vanuit haar huurwoning (het woon-werkpand). In 2003 koopt X een woning. Eind 2004 verhuist X naar de woning, en blijft het woon-werkpand huren. Medio 2007 koopt X het woon-werkpand. In 2008 zet X de woning te koop en in 2009 wordt het woon-werkpand gerenoveerd. In haar herziene IB-aangifte 2008 merkt X het woon-werkpand aan als haar eigen woning (toekomstig hoofdverblijf). De inspecteur is echter van mening dat het woon-werkpand niet als eigen woning kan worden aangemerkt.

Hof Den Haag oordeelt dat X er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat het woon-werkpand in 2008 leeg stond. Ook maakt X volgens het hof niet aannemelijk dat het woon-werkpand uitsluitend bestemd is om in 2008, of in een van de twee daarop volgende jaren, als eigen woning te dienen. Volgens het hof is het woon-werkpand namelijk sinds de verhuizing naar de woning in gebruik gebleven als werk- annex opslagruimte voor de ondernemingen van X. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 5 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen