Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur een redelijke schatting van het inkomen van Xheeft gemaakt en acht de vergrijpboete van 50% passend en geboden temeer omdat X op geen enkel moment blijk geeft de laakbaarheid van zijn handelen in te zien.  

Belanghebbende, X, geboren in Frankrijk in 1975, heeft sinds 1993 een permanente verblijfsvergunning. In 1993 is hij gehuwd met mevrouw Y die geen geldige verblijfsvergunning heeft en die geregistreerd is als ongewenste vreemdeling. Y woont tien jaar, tot juli 2010 in Nederland en  X en Y hebben samen vier kinderen. In 2011 zijn X en Y gescheiden. De kinderen wonen bij X in Nederland en X voert een procedure om op basis van gezinshereniging een permanente verblijfsvergunning voor de kinderen te krijgen. Maandelijks reist X met zijn kinderen naar Frankrijk om Y te bezoeken. X geniet sinds 2000 een bijstandsuitkering van ruim € 19.000, waarop beslag is gelegd en vanaf 2009 inhoudingen plaatsvinden. X heeft sinds september 2008 een Chrysler op zijn naam staan en in juni 2010 neemt de Belastingdienst een Porsche Cayenne met onjuiste Belgische kentekenplaat in beslag. De auto staat op naam van Y, die geen rijbewijs heeft, en  die op dat moment bij X staat ingeschreven. Daarna volgt een onderzoek naar het inkomen van X en wordt hij uitgenodigd aangifte IB 2009 te doen, die hij niet indient, ook niet na aanmaningen. Daaropvolgend legt de inspecteur X ambtshalve een aanslag IB 2009 op plus een vergrijpboete. De aanslag is gebaseerd op de bijstandsuitkering plus ruim € 15.000 aan resultaat uit overige werkzaamheden voor het bij X berekende aanwezige inkomenstekort. Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij van familie geld heeft geleend om in zijn inkomen te voorzien, noch dat Y en haar vader veel van de kosten van X en zijn kinderen voor hun rekening nemen. De inspecteur heeft volgens het hof een redelijke schatting van de uitgaven van levensonderhoud gemaakt, waarbij rekening is gehouden met diverse inhoudingen op de uitkering van X en met de autokosten. Het Hof bevestigt de uitspraak van rechtbank Haarlem en verklaart het hoger beroep van X ongegrond. Het hof acht de vergrijpboete van 50% passend en geboden temeer omdat X op geen enkel moment blijk geeft de laakbaarheid van zijn handelen in te zien.   

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 5 september

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen