X is eigenaar van een hoekwoning uit 1930 met garage. De woning is gelegen op een perceel van 512 m² (een hoofdperceel van 391 m² en een later bijgekocht perceel van 121 m²) in de gemeente Heemstede. X bepleit een verlaging van de WOZ-waarde 2012 van € 780.000 naar € 631.520.

Hof Amsterdam (EK VI, 6 februari 2014, 13/00214, V-N Vandaag 2014/321) verlaagt de WOZ-waarde van de woning van X vanwege twijfels over de juistheid van de grondstaffel die de gemeente Heemstede hanteert. De gemeente heeft onvoldoende duidelijk kunnen maken of bij de waardering van relatief grote kavels als die van X, voldoende rekening wordt gehouden met de wet van het afnemend grensnut. De grondstaffel van de gemeente rekent tussen 400 m² en 1.000 m² met een prijs van € 475 per m² en topt pas boven de 1.000 m² af tot een prijs van € 100 per m². Dat de gemeente het door X bijgekochte perceel van 121 m² lager heeft gewaardeerd (als tuingrond), neemt de twijfel van het hof over de waardering van het hoofdperceel niet weg. Het hof stelt de WOZ-waarde van de woning van X in goede justitie vast op € 760.000. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17