De heer X exploiteert vanaf maart 2003 een beveiligingsbedrijf. X huurt personeel in van uitzendbureaus op basis van payroll. Later blijkt dat X aan hen contant meer betaalt dan aan de uitzendbureaus wordt doorgegeven. In 2007 is X ter zake onherroepelijk strafrechtelijk veroordeeld voor valsheid in geschrifte en het opzettelijk niet en onjuist doen van aangiften. In geschil zijn thans diverse lb/pvv-naheffingsaanslagen. Rechtbank Arnhem oordeelt dat X terecht is aangemerkt als inhoudingsplichtige voor de zwarte uren van het uitzendpersoneel en de werknemer die zwart bij hem werkte. De bewijslast terzake is terecht omgekeerd en de aanslagen zijn gebaseerd op redelijke schattingen. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem oordeelt dat X niet heeft voldaan aan zijn (kas)administratieplicht en dat de bewijslast dus moet worden omgekeerd. De aanslagen zijn terecht berekend op basis van het tabeltarief en niet het enkelvoudige tarief, aangezien X met de bewakers nettoloonafspraken had. Ook voor het overige heeft X niet doen blijken dat de aanslagen, na vermindering door de rechtbank, te hoog zijn. Het maakt voorts niet uit dat de inspecteur na de uitspraak van de rechtbank de onderhandelingen over een compromis heeft stopgezet. X had namelijk een aanbod van hem afgeslagen. Het beroep van X is ongegrond.