Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) handhaaft in twee uitspraken de maatregelen die de accountantskamer oplegde aan twee accountants die verantwoordelijk waren voor de controle van de jaarrekening 2011 van Imtech (controlerende accountants) en aan een accountant die bij deze controle de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar (OKB-er) was.
Imtech was een beursgenoteerd internationaal technisch dienstverlenend bedrijf dat in 2015 failliet is verklaard. De accountantskamer besliste op de tuchtklachten die de curatoren van Imtech indienden tegen de accountants. Zowel de curatoren als de accountants gingen bij het CBb in hoger beroep tegen die beslissingen.
Hoewel een deel van de klachten alsnog ongegrond is verklaard, vindt het CBb de schendingen van de gedrags- en beroepsregels die overblijven, samen met de alsnog gegrond verklaarde verwijten ernstig genoeg om deze maatregelen te handhaven. Het CBb rekent de accountants met name aan dat zij op cruciale momenten niet handelden zoals van hen mag worden verwacht. Ook weegt mee dat door het veronachtzamen van hun taak bij de jaarrekening een goedkeurende verklaring is afgegeven, terwijl daarvoor onvoldoende deugdelijke grondslag bestond.
De OKB-er is volgens het CBb tekortgeschoten in zijn objectieve evaluatie van de conclusies van de controlerende accountants. Het CBb rekent de OKB-er ook aan dat door een gebrek aan documentatie van zijn werkzaamheden achteraf niet meer valt te toetsen of hij aan alle eisen van de kwaliteitscontrole heeft voldaan.
Het CBb is de eindrechter in deze zaken. De volledige uitspraken hebben de nummers ECLI:NL:CBB:2022:619 en ECLI:NL:CBB:2022:623.
Bron: CBb
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Jaarrekening