Arjo van Eijsden, partner bij EY Belastingadviseurs LLP, is uitermate positief gestemd over het kabinetsvoornemen tot invoering van een fiscale prejudiciële procedure."Lof voor de wijze waarop het kabinet met doortastendheid gehoor geeft aan de roep vanuit de praktijk voor een betere toegang tot de rechter en een sneller antwoord op prangende rechtsvragen."

Fiscale prejudiciële procedure

In een eerder artikel voor TaxLive over de eerste indrukken van de Belastingplannen voor 2016 bestempelde Van Eijsden de fiscale prejudiciële procedure als meest effectieve maatregel. De maatregel is opgenomen in de wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2016 na signalen vanuit de praktijk en gesprekken slechts enkele maanden geleden met diverse experts. De snelheid van het kabinet om de procedure nog mee te nemen voor 2016 heeft Van Eijsden positief verrast.

De prejudiciële procedure komt erop neer dat lagere rechters (rechtbanken en gerechtshoven) lopende het geding vragen kunnen stellen aan de Hoge Raad. Een dergelijke procedure loopt al langer in civiele zaken, maar gaat vanaf volgend jaar ook gelden voor belastingzaken. Daarmee wordt het mogelijk om sneller antwoord te krijgen op fiscale rechtsvragen die van belang zijn voor de praktijk.    

Snelheid

De toegevoegde waarde van dit voorstel is wat Van Eijsden betreft niet moeilijk te benoemen:"verkorting van fiscale procedures en daarmee het bevorderen van de toegang tot de rechter. Die toegang is weer een belangrijk element van onze rechtsstaat. Door al lopende het geding antwoord te krijgen vanuit de Hoge Raad op de rechtsvraag die speelt, is er eerder duidelijkheid voor partijen en kan een zaak sneller worden afgerond. Dat geldt ook voor andere lopende zaken over vergelijkbare kwesties. Heeft de Hoge Raad in een bepaalde zaak immers antwoord gegeven, dan is dit ook helder in die andere procedures. "

In zaken waar rechtsvragen spelen verkort de fiscale prejudiciële procedure dus de rechtsgang voor belastingplichtigen. Die tijdwinst kan volgens Van Eijsden enorm zijn wanneer er al in eerste aanleg antwoord is op de vraag die speelt. "Nu duurt een procedure tot aan de Hoge Raad erg lang. Je bent zomaar vijf jaar verder en dat is voor procederende belastingplichtigen vaak te lang. In de praktijk haken velen om die reden af, waardoor belangrijke rechtsvragen uiteindelijk onbeantwoord blijven."

Ook na het antwoord op de prejudiciële vragen staat  hoger beroep en cassatie open, maar wanneer alleen een rechtsvraag speelt ziet Van Eijsden dit niet snel gebeuren. "Doorprocederen heeft voornamelijk nog zin als in een zaak ook feitelijke kwesties spelen of wanneer bepaalde feiten die niet eerder zijn gesteld, na beantwoording van de prejudiciële vraag ineens van belang blijken te zijn."

Procedure versus sprongcassatie

De fiscale prejudiciële procedure kent een aantal voordelen ten opzichte van de sprongcassatie. Van Eijsden legt uit:"Bij sprongcassatie moet men de uitspraak van de rechtbank afwachten alvorens in actie te komen, terwijl men bij de prejudiciële procedure het antwoord al kent voordat de uitspraak komt. Bovendien moeten beide partijen (belastingplichtige en de Minister van Financiën) instemmen met sprongcassatie en is men dus afhankelijk van de ander. Verder kan het zijn dat bij sprongcassatie de zaak op andere gronden wordt beslist waardoor de rechtsvraag onbeantwoord blijft. Bij de prejudiciële procedure maak je als het ware een uitstapje naar de Hoge Raad om vervolgens weer verder te gaan met de normale procedure of deze te beëindigen omdat doorprocederen na beantwoording van het geschilpunt geen zin meer heeft."

Betrokkenheid van derden

Een belangrijk kenmerk van de fiscale prejudiciële procedure is ook de betrokkenheid van derden. De Hoge Raad kan andere dan de procederende partijen de gelegenheid geven tot commentaar op de gestelde prejudiciële vragen. Het kabinet heeft hiertoe besloten omdat het wenselijk kan zijn dat bijvoorbeeld deskundigen en belanghebbenden in vergelijkbare geschillen zich kunnen uitlaten over de beantwoording van de rechtsvraag. Tot die derden behoren naar verwachting in het bijzonder deskundigen zoals belastingadviseurs en fiscale wetenschappers, zo valt te lezen in de artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2016.

Volgens Van Eijsden is nog niet duidelijk hoe die betrokkenheid van derden zal worden vormgegeven. "Er zijn twee mogelijkheden. De eerste mogelijkheid is dat de Hoge Raad specifieke deskundigen verzoekt om een reactie te schrijven op de gestelde prejudiciële vraag. Dat kunnen – afhankelijk van de rechtsvraag - ook deskundigen zijn op een specifiek vakgebied buiten de fiscaliteit, zoals accountants of actuarissen. De tweede mogelijkheid is geanonimiseerde publicatie van de prejudiciële vragen op de website van de Hoge Raad waarna belangstellenden binnen een gestelde termijn kunnen reageren. Op die manier is ook de maatschappij betrokken bij zaken die spelen en laat de Hoge Raad zich zo breed als mogelijk informeren over het probleem. Dat komt de zaak en vergelijkbare procedures alleen maar ten goede. Mocht de inschakeling van derden goed bevallen dan ben ik voorstander om dit uit te breiden naar de reguliere cassatieprocedure."

Cassatiebeschikking

Nu de stap is gezet naar de fiscale prejudiciële procedure kijkt Van Eijsden zelfs voorzichtig vooruit. "Nu we het toch hebben over een snellere afhandeling van belastingzaken door al lopende het proces eerder rechtszekerheid te geven, is de introductie van een voor cassatie vatbare beschikking helemaal een sprong voorwaarts. Dit betekent dat een belanghebbende met een rechtsvraag aan het Ministerie van Financiën een beschikking vraagt. Die rechtsvraag kan betrekking hebben op handelingen die al hebben plaatsgevonden of nog moeten plaatsvinden. Het Ministerie geeft vervolgens in die beschikking zijn visie. Tegen die beschikking kan men dan weer cassatie aantekenen. Op die manier is de hele beroepsprocedure over te slaan. Men zou zo nog sneller een antwoord kunnen krijgen van de Hoge Raad op belangrijke rechtsvragen. Uiteraard alleen als het gaat om een rechtsvraag en niet om een feitelijke kwestie. Over die voor cassatie vatbare beschikking wordt al wel nagedacht, maar het is nog toekomstmuziek."

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2015

0

Gerelateerde artikelen