De NOB vindt het voorgestelde tarief van de nieuwe bronbelasting op dividenden van 25% veel te hoog. Dit moet worden aangepast naar het bestaande nationale tarief van 15 procent. Dit schrijft de Orde in haar commentaar op de internetconsultatie Wet invoering conditionele bronbelasting op dividenden.
Het kabinet is voornemens om per 2024 een bronbelasting in te voeren op in concernverband betaalde dividenden aan ontvangers in landen met een winstbelastingtarief van minder dan 9% en landen die op de zwarte EU-lijst van belastingparadijzen staan.
De Orde vindt dat de hybride bepalingen uit de Wet bronbelasting 2021 niet moeten worden toegepast in situaties waarbij geen laagbelastende jurisdictie is betrokken. Ook signaleert de Orde een overkill in de hybridebepalingen. De Orde doet de aanbeveling deze weg te nemen onder meer door het aanpassen van het fiscale kwalificatiebeleid.
Door toedoen van het Nederlandse kwalificatiebeleid kunnen beleggingsfondsen snel in de heffing van bronbelasting worden betrokken omdat beleggingsfondsen in veel gevallen als hybride lichaam worden aangemerkt. In overeenstemming met de uitgangspunten van de OESO stelt de Orde voor beleggingsfondsen die voldoen aan de door de OESO genoemde kenmerken vrij te stellen van de conditionele bronbelastingen.
Bron: NOB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting