De keuzes die worden gemaakt door het kabinet over hoe Nederland om wil gaan met maatschappelijke uitdagingen moeten leidend zijn en de fiscaliteit moet in lijn zijn met die gemaakte keuzes en deze ondersteunen. Als langs deze lijnen wordt gedacht en gesproken, acht de NOB de kans dat bestaande fiscale regelingen succesvol kunnen worden aangepast of afgeschaft reëel. Per regeling naar draagvlak zoeken voor afschaffing lijkt de NOB een weinig kansrijke weg. In de voorbereiding van het ontwerp van een nieuw stelsel, pleit de NOB wel voor een evaluatie van bestaande regelingen.

De NOB pleit voor een terughoudend fiscaal beleid waarbij fiscale instrumenten alleen worden ingezet als blijkt dat deze het meest efficiënte middel zijn om de doelstellingen te bereiken. Daarbij vraagt de NOB ook oog te hebben voor de mondialisering en digitalisering van de economie. De Nederlandse belastingwet wordt steeds vaker aangevuld of aangepast door ontwikkelingen vanuit Europa of de OESO/G20.

Nederland moet scherp letten op haar vestigingsklimaat. De NOB heeft in haar reactie een overzicht opgenomen, dat aangeeft waar Nederland ‘verder’ is gegaan, dan een EU-richtlijn vereist. De NOB vraagt om bepaalde keuzes die Nederland heeft gemaakt bij de implementatie van EU-richtlijnen tegen het licht te houden. Nederland heeft bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid in art. 4 lid 4 ATAD om woningcorporaties uit te zonderen van de renteaftrekbeperking. Gelet op de doelstellingen van het kabinet ten aanzien van de te bouwen woningen, kan het kabinet overwegen om art. 15b Wet VPB 1969 niet van toepassing te laten zijn op woningbouwcorporaties. Verder vraagt de NOB aandacht voor het ombuigen van belastinguitgaven naar subsidies in verband met de implementatie van Pijler 2. Op die manier kan de doelstelling van de regeling die momenteel als belastinguitgave is vormgegeven worden behaald, zonder dat dit resulteert in het weglekken van belastingopbrengsten naar het buitenland.

Lees het hele commentaar.

Bron: NOB