Onlangs zijn de standaardvoorwaarden in het besluit juridische fusie aangepast, aangevuld, verduidelijkt en opnieuw gepubliceerd. Een noodzakelijke update, zo vindt Edwin Heithuis hoogleraar Fiscale Economie aan de Universiteit van Amsterdam en hoogleraar Fiscaal Recht aan de Open Universiteit. Een prangende vraag blijft echter openstaan: waar blijft het besluit met standaardvoorwaarden voor de zuivere splitsing?

Noodzakelijke update

Een update van het besluit juridische fusie was dringend noodzakelijk, aldus Heithuis, nu er sinds het vorige besluit uit 2000 veel nieuwe wetgeving is bijgekomen. "Denk aan de innovatiebox, de opwaarderingsreserve, de objectvrijstelling, de deelnemingsverrekening en verrekening van passieve buitenlandse ondernemingswinsten. Al deze zaken zijn nu wel geregeld in het besluit en op een hele logische manier." Alhoewel de praktijk veel te lang heeft moeten wachten op deze update, valt er weinig aan te merken op het nieuwe besluit juridische fusie en hanteert Heithuis de stelling 'beter laat dan nooit'.

Ook een update van het besluit met standaardvoorwaarden voor de juridische afsplitsing zal waarschijnlijk niet lang meer op zich laten wachten. Dat kan echter niet gezegd worden voor een besluit met standaardvoorwaarden voor de zuivere splitsing.

Zuivere splitsing

Sinds 1998 is het juridisch splitsen van bedrijven mogelijk. Daarbij kan sprake zijn van een zuivere splitsing of een afsplitsing. Net als bij de juridische fusie bestaat de fiscale faciliteit uit twee varianten, een faciliteit van rechtswege waarvoor geen nadere (standaard)voorwaarden gelden en eentje waarbij wel nadere (standaard)voorwaarden worden gesteld. Voor de afsplitsing zijn die nadere (standaard)voorwaarden er wel, al jaren, maar voor de zuivere splitsing dus niet. "En dat wordt zo onderhand toch wel eens tijd", aldus Heithuis. Kenmerk van een zuivere splitsing is dat de overdragende (splitsende) rechtspersoon - net als bij de juridische fusie - verdwijnt. Bij een afsplitsing is dat niet het geval en blijft de splitsende rechtspersoon bestaan. Heithuis: "Dit andere karakter van de zuivere splitsing levert ook extra fiscale problemen op die in een besluit kunnen worden opgelost. En als dit voor de juridische fusie kan, waarom dan niet voor de zuivere splitsing?"

Standaardvoorwaarden ontbreken

De praktijk wacht al meer dan vijftien jaar op een besluit zuivere splitsing. "Opvallend", vindt Heithuis, "nu toch met enige regelmaat zuivere splitsingen plaatsvinden in de praktijk en het Ministerie van Financiën inmiddels toch voldoende ervaring moet hebben opgedaan met deze bijzondere splitsingsvariant." Waarom het besluit zolang op zich laat wachten, is hem niet bekend.

De zuivere splitsing is goed vergelijkbaar met de juridische fusie, aangezien bij beide rechtsfiguren de overdragende rechtspersoon van rechtswege verdwijnt. Daarom kunnen de standaardvoorwaarden voor de afsplitsing niet zonder meer een op een worden overgenomen. Zo is bij een zuivere splitsing het verlies- en winstverleden van de overdragende rechtspersoon verdwenen, omdat deze ophoudt te bestaan. Dat levert volgens Heithuis specifieke vragen op die in het juridische-fusiebesluit met (standaard)voorwaarden zijn opgelost. "Hiervoor zijn goedkeuringen gegeven, waardoor bijvoorbeeld de mogelijkheid bestaat om achterwaarts een verlies te verrekenen met de voorfusiewinst van de verdwijnende rechtspersoon. Dezelfde problematiek doet zich voor bij de zuivere splitsing, maar hiervoor is niets formeel geregeld. De praktijk redt zich waarschijnlijk wel maar dit doet afbreuk aan de rechtszekerheid."

Geen schoonheidsprijs

Dat de praktijk in elk geval gediend is met nieuwe standaardvoorwaarden voor juridische fusie en afsplitsing, daar is Heithuis het zeker mee eens, maar ook het nieuwe besluit juridische fusie verdient wat hem betreft geen schoonheidsprijs. Over niet al te lange termijn dienen zich namelijk al weer nieuwe wijzigingen aan. De hoogleraar wijst in dit verband op het wetsvoorstel compartimenteringsreserve dat momenteel ter behandeling ligt bij de Tweede Kamer. Heithuis: "Een juridische fusie of splitsing kan ook gevolgen hebben voor de compartimenteringsreserve die in dit wetsvoorstel wordt geïntroduceerd. Waarom heeft  de Staatssecretaris van Financiën er niet voor gekozen om alvast in het nieuwe besluit een voorwaarde inzake die compartimenteringsreserve op te nemen? Want we moeten niet vergeten, dit wetsvoorstel krijgt terugwerkende kracht tot en met 14 juni 2013, zodat de compartimenteringsreserve materieel op dit moment al geldt in de praktijk. Juridische fusies die nu plaatsvinden, kunnen dus al te maken hebben met die compartimenteringsreserve, ook al is die formeel nog geen wet. De praktijk moet dan weten hoe het bij een juridische fusie verder gaat met die compartimenteringsreserve. Een vooruitziende blik was welkom geweest."

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Vennootschapsbelasting

1

Gerelateerde artikelen