Wanneer wetswijzigingen voornamelijk de burgers treffen waarvan het merendeel niet professioneel wordt bijgestaan, zo stelt Mariëlle Schuurman-van Nifterik, mag aandacht voor zorgvuldigheid en samenwerking worden verwacht, nee zelfs geëist.

Gedurende het wetgevend proces licht de wetgever de voorgestelde wet toe. De tekst en toelichting worden grondig bestudeerd door degenen die met deze regels aan de slag moeten. Een onzorgvuldige of onvolledige toelichting maakt het lastig voor de praktijk de voorgestelde wettekst te duiden. Er kan onduidelijkheid ontstaan over de bedoeling van de wet en hoe de praktijk daar vervolgens naar moet handelen. Een recent voorbeeld is het initiatiefwetsvoorstel tot beperking wettelijke gemeenschap van goederen in het huwelijksvermogensrecht (binnenkort in V-N). In Kamerstuk G valt op dat het gebruik van de juiste terminologie te wensen over laat. Van Maurik heeft hierover een ‘bokkige' column geschreven (‘Art. 1:87 BW en aandelen: een zorgwekkend parlementair misverstand' WPNR 2017/7143). In dit wetsvoorstel worden vragen over de fiscale gevolgen van het wetsvoorstel afgedaan met de opmerking dat er geen nieuwe fiscale gevolgen zijn. Dat strookt niet met de publicaties rondom het nieuwe wetsvoorstel en de eigenwoningregeling. De civiele wetgeving knelt hier met de fiscale regelgeving. De wijziging van het huwelijksvermogensrecht treft bij uitstek de burger. Zij behoren de wet te kennen en daarnaar te handelen. Een goede toelichting is voor de praktijk dus essentieel. Nu wordt trouwen na 1 januari 2018 en samen een nieuwe eigen woning kopen zonder fiscale begeleiding ondoenlijk.

Een ander voorbeeld is de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer. Met ingang van 1 april 2017 heeft de pensioengerechtigde drie keuzes: afkopen van de pensioenvoorziening, de pensioenvoorziening omzetten in een oudedagsverplichting of de pensioentoezegging premievrij maken. De partner van de pensioengerechtigde kan door deze keuze worden benadeeld, indien wordt gekozen voor afkoop of omzetting van de pensioenvoorziening. Als de benadeling niet wordt gecompenseerd, kan sprake zijn van een schenking ten gunste van de pensioengerechtigde (vaak de aandeelhouder van de pensioen-bv). Als de in gemeenschap van goederen gehuwde pensioengerechtigde kiest voor afkoop, valt de afkoopsom en de waardestijging van de aandelen in de gemeenschap van goederen. Er is volgens de toelichting dan geen sprake van een schenking.

Fiscaal lijkt het met deze toezegging wel los te lopen. Men zou kunnen denken ‘Als er geen schenking is, dan is geen compensatie nodig'. Dit loopt civielrechtelijk mogelijk niet goed. Er kan immers nog steeds sprake zijn van een benadeling van de partner. Voor echtgenoten die niet beiden zorgvuldig zijn voorgelicht, kan de eerdere afkoop op het moment van echtscheiding tot een hoop (financiële) stress en narigheid leiden. Een ongewenste stap dichterbij een vechtscheiding en hoge adviseurskosten. Dat moet de wetgever niet willen. Ten aanzien van de compensatie van de aanspraken merkt de staatssecretaris op dat de compensatie kan worden opgenomen in een aanvulling op de huwelijkse voorwaarden of in een onderhandse overeenkomst. In de praktijk heerst onzekerheid of de vermogensrechtelijke aanspraken zoals de pensioencompensatie onderhands kunnen worden geregeld op straffe van nietigheid. Dan maar voor de zekerheid altijd langs de notaris? Wederom een wet die (te) ingewikkeld is om zonder juridische begeleiding te kunnen uitvoeren, waarbij het zelfs voor de (fiscale en juridische) deskundigen niet altijd duidelijk is.

In de literatuur zijn tijdens het wetgevend proces van beide wetsvoorstellen meerdere knelpunten onder de aandacht gebracht. De wetgever kiest ervoor hier geen of beperkte aandacht aan te besteden en lijkt zich daarbij vooral te focussen op het eigen rechtsgebied. Indien wetswijzigingen echter voornamelijk de burgers treffen waarvan het merendeel niet professioneel wordt bijgestaan, mag de aandacht voor zorgvuldigheid en samenwerking worden verwacht, nee zelfs geëist.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Pensioenen, Huwelijksvermogensrecht

9

Gerelateerde artikelen