Op dinsdag 16 maart 2021 is nummer 13 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Van twee levens afhankelijke lijfrenteschenking geen periodieke gift
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het bedrag van € 50.000 terecht niet als periodieke gift in aanmerking is genomen. Aan de voorwaarden voor een periodieke uitkering is niet zonder meer voldaan wanneer sprake is van jaarlijkse uitkeringen gedurende ten minste vijf jaren, die uiterlijk eindigen bij overlijden. (punt 4) - Nieuwe groepsregeling in VPB waarschijnlijk zonder fiscale vermogensconsolidatie
Bij een nieuwe groepsregeling in de VPB zal de huidige toerekening van de werkzaamheden en het vermogen van de dochtermaatschappij aan de moedermaatschappij (de fiscale vermogensconsolidatie) vanwege haar EU-rechtelijke kwetsbaarheid niet meer terugkeren. Hierdoor worden onderlinge transacties binnen de groep zichtbaar voor fiscale doeleinden. (punt 5) - Internetconsultatie gestart over implementatie slotgedeelte ATAD2
Het tweede wetsvoorstel waarvoor een internetconsultatie is gestart, is het wetsvoorstel dat de verdere invulling regelt van de belastingplichtmaatregel voor zogenoemde omgekeerde hybride lichamen. Dit is het slot van de implementatie van ATAD2. (punt 6) - Consultatie gestart over conceptwetsvoorstel ’Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel’
De internetconsultatie over het wetsvoorstel tegengaan mismatches bij toepassing van het zakelijkheidsbeginsel, het zogenaamde arm’s-lengthbeginsel, is gestart en loopt tot 2 april 2021. Dat heeft het Ministerie van Financiën bekend gemaakt. (punt 7) - KA Deka heeft geen recht op gevraagde teruggaven dividendbelasting
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat KA Deka geen recht heeft op de gevraagde teruggaven dividendbelasting. KA Deka heeft niets gesteld over de vervangende betaling. Verder voldoet hij ook niet aan de aandeelhouderseis. (punt 9) - Deens hoofdkantoor en Zweeds filiaal zijn voor BTW twee onderscheiden belastingplichtigen
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het hoofdkantoor van Danske Bank en haar Zweedse filiaal onderscheiden belastingplichtigen zijn. Dit geldt wanneer het hoofdkantoor diensten verricht voor het filiaal en de kosten daarvan toewijst aan dat filiaal, en het hoofdkantoor deel uitmaakt van een Deense BTW-groep. (punt 15) - Onjuiste strafmotivering bij veroordeling voor belastingfraude
De Hoge Raad oordeelt dat uit het proces verbaal van de terechtzitting niet blijkt dat aannemelijk is geworden dat die andere btw-aangiften (opzettelijk) onjuist zijn gedaan en evenmin dat de voorzitter van de stichting aan het (opzettelijk) doen van die aangiften feitelijk leiding heeft gegeven. (punt 16)
Producten: Inhoudsopgave V-N
6