Op donderdag 4 juli 2019 is nummer 32 verschenen van Vakstudie Nieuws. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Geen recht op alleenstaande-ouderkorting omdat niet aan inschrijvingseis is voldaan
De Hoge Raad beslist dat eenzelfde briefadres niet volstaat om aanspraak te maken op de alleenstaande-ouderkorting. Zelfs niet als inschrijving op eenzelfde woonadres om veiligheidsredenen onmogelijk is. (punt 3)
De Hoge Raad beslist ook dat weduwnaar X, met een zoon die een gedeelte van het jaar in een justitiële inrichting verblijft, geen recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting. (punt 4) - Zaak-Memira. Grensoverschrijdende verliesverrekening bij fusie onder uitzonderlijke voorwaarden mogelijk
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het feit dat Duitsland verrekening van verliezen bij een fusie niet toestaat, en dat dat in Zweden wel mogelijk is, niet van doorslaggevend belang is bij de beoordeling van het definitieve karakter van de verliezen van de Duitse vennootschap. (punt 9) - Zaak-Holmen. Nadere invulling begrip ‘definitieve verliezen van een niet-ingezeten dochteronderneming’
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het begrip ‘definitieve verliezen van een niet-ingezeten dochteronderneming’ uit het Marks & Spencer-arrest, niet van toepassing is op een kleindochteronderneming. (punt 10) - Verzamelbesluit dividendbelasting aangepast
Het verzamelbesluit dividendbelasting is aangepast in verband met een nieuwe goedkeuring, gewenste tekstuele verduidelijkingen en ontwikkelingen op het gebied van internationaal vooroverleg. Het besluit treedt in werking met ingang van 22 juni 2019. (punt 12) - Splitsingsvrijstelling geldt niet voor in kader van splitsing uitgegeven aandelen in OZR
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X voor de verkrijging van de aandelen I bv overdrachtsbelasting is verschuldigd. Uit de wetsgeschiedenis valt namelijk af te leiden dat de vrijstelling alleen is bedoeld voor de overgang van vermogen van de splitsende rechtspersoon naar de verkrijgende rechtspersoon. (punt 15) - Lid van Raad van Commissarissen geen btw-ondernemer
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het commissariaat van IO bij stichting Y geen zelfstandige economische activiteit vormt. Daarbij is niet van belang dat IO op geen enkele wijze hiërarchisch ondergeschikt is ten aanzien van het bestuursorgaan of de RvC van de stichting. (punt 16)
Producten: Inhoudsopgave V-N
0