Op dinsdag 25 oktober 2022 is nummer 46 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Arbeidsvergoeding van € 30.000 niet mogelijk bij maatschapswinst van slechts € 3977
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de (meer)arbeid die de partner heeft verricht in 2017, niet heeft geleid tot een hoger bedrag aan winst. De inspecteur heeft de arbeidsvergoeding voor de partner voor de fiscale winstberekening dan ook terecht beperkt tot € 3977. (punt 4) - Vorming HIR toegestaan, ook al is herinvesteringsvoornemen in vervreemdingsjaar niet realiseerbaar
De Hoge Raad oordeelt dat voor de vorming van een HIR niet is vereist dat het voornemen tot herinvestering realiseerbaar is in het jaar van vervreemding van het bedrijfsmiddel. Het oordeel van het hof is op dit punt onjuist. (punt 6) - Geen maatregelen tegen kunstmatige structuren om lage VPB-tarief te benutten
Het in 2023 fors verminderen van het verschil in de VPB-tarieven en het verlagen van de schijfgrens in de VPB van p 395.000 naar p 200.000 maakt het fiscaal minder aantrekkelijk voor bedrijven om op kunstmatige wijze ondernemingsactiviteiten te verdelen over meerdere VPB-plichtige lichamen. Daarom eemt het kabinet nu nog geen maatregelen om kunstmatige structuren te bestrijden. (punt 7) - ‘Sale-and-lease-back’-overeenkomst kan als factuur dienen voor BTW
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat een sale-and-lease-back-overeenkomst, waarvoor partijen na afsluiting geen factuur hebben opgesteld, kan worden aangemerkt als een factuur in de zin van de Btw-richtlijn. (punt 13) - Wetsvoorstel afschaffing verhuurderheffing ingediend bij Tweede Kamer
Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft het wetsvoorstel afschaffing verhuurderheffing naar de Tweede Kamer gestuurd. Hiermee wordt de verhuurderheffing per 1 januari 2023 afgeschaft. (punt 15) - Fiscale verzuimboeten sluiten latere strafvervolging niet uit
De Hoge Raad oordeelt dat de verzuimboeten niet zijn opgelegd ter zake van dezelfde ten laste gelegde feiten. Er is namelijk een aanzienlijk verschil tussen de aard en ernst van enerzijds de feiten die aanleiding kunnen geven tot het opleggen van verzuimboeten, en anderzijds het ten laste gelegde. (punt 23)
Producten: Inhoudsopgave V-N
14