Op donderdag 15 november is nummer 59 verschenen van Vakstudie Nieuws. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Na inbreng in bv is leerstuk van de vermogensetikettering geëindigd: foutenleer niet van toepassing
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de foutenleer niet van toepassing is. Het leerstuk van de vermogensetikettering, dat kenmerkend is voor de IB, is namelijk geëindigd met de inbreng van de gehele onderneming in de bv. (punt 3) - 9% rente op familielening voor eigen woning is onzakelijk
Rechtbank Den Haag oordeelt dat er geen substantieel risico is dat de heer X zijn betaalverplichtingen niet na zou kunnen komen zodat er geen rechtvaardiging is voor de extreem hoge rente. Kennelijk is de lening verstrekt vanwege de familierelatie en is de rente onzakelijk. (punt 6) - Paprikatopper is als zelfstandige beroepsbeoefenaar IB-ondernemer
Hof Den Haag oordeelt dat de inkomsten die X met het draaien en toppen van paprika’s geniet als winst uit onderneming moeten worden aangemerkt. Het hof stelt daarbij vast dat X voldoende zelfstandig is en een substantiële omzet heeft behaald waarmee hij in zijn levensonderhoud kan voorzien. (punt 7) - Intern beleid Belastingdienst over bedrijfsopvolgingsregeling vrijgegeven op grond van Wob
Naar aanleiding van een Wob-verzoek heeft de Staatssecretaris van Financiën beleid bekend gemaakt over de bedrijfsopvolgingsregeling. (punt 12) - VW heeft recht op volledige btw-aftrek bij leasetransacties
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de algemene kosten bij leasetransacties voor de toepassing van de btw moeten worden beschouwd als een bestanddeel van de prijs van deze terbeschikkingstelling. Dit geldt ook wanneer deze kosten worden doorberekend in het rentebedrag dat is verschuldigd op grond van het (vrijgestelde) ‘financieringsgedeelte’ van de transactie. (punt 13) - Intrekking rechtsmiddel na compromis ter zitting te ruim opgevat
De Hoge Raad oordeelt dat het hof de intrekking van het hoger beroep te ruim heeft opgevat. Dit kan echter niet tot cassatie leiden, omdat het wél aan het oordeel van het hof onderworpen hoger beroep na de intrekking ter zitting niet-ontvankelijk moest worden verklaard. (punt 19)
Producten: Inhoudsopgave V-N
2