Op donderdag 24 januari 2019 is nummer 6 verschenen van Vakstudie Nieuws. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Betaalde goodwill niet tweemaal aftrekbaar
De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep tegen de uitspraak van het hof inzake de aftrekbaarheid van goodwill ongegrond. (punt 3) - Advocaat mag al zijn liquide middelen tot ondernemingsvermogen blijven rekenen
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur er ten onrechte vanuit gaat dat een buffer voor de vaste lasten en lopende balansverplichtingen van slechts één jaar voldoende is. (punt 4) - Actualisering beleid subjectieve VPB-vrijstelling diverse lichamen
De Staatssecretaris van Financiën heeft het beleid geactualiseerd over de subjectieve vrijstellingen in de vennootschapsbelasting voor natuurschoonlichamen, pensioenlichamen, lichamen die specifieke zorgwerkzaamheden verrichten en sociale werkbedrijf-lichamen. (punt 9) - Europese Commissie doet onderzoek naar Nederlandse fiscale rulings met Nike
De Europese Commissie opent een diepgaand onderzoek om na te gaan of de fiscale rulings die Nederland aan Nike heeft verleend de onderneming een oneerlijk voordeel hebben bezorgd ten opzichte van haar concurrenten. Dit zou in strijd zijn met de Europese staatssteunregels. (punt 10 en 11) - MFN-clausule in verdrag met Zuid-Afrika leidt tot teruggaaf dividendbelasting
De Hoge Raad oordeelt dat de meestbegunstigingsbepaling van toepassing is en dat X Ltd. recht heeft op teruggaaf van de afgedragen dividendbelasting. Door het sluiten van het nieuwe Protocol met Zweden treedt de meestbegunstigingsbepaling namelijk in werking. (punt 12) - Geen verlaagd btw-tarief voor verstrekken van vakantieaccommodaties
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de terbeschikkingstelling van een vakantiewoning door een reisbureau één enkele dienst vormt. Ook indien er sprake is van aanvullende prestaties is er sprake van één enkele dienst. (punt 14) - Reisbureau is btw verschuldigd op moment van vooruitbetaling reissom
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Skarpa de btw bij ontvangst van de vooruitbetaling van de reissom is verschuldigd. De te verrichten reisdiensten moeten op dat tijdstip dan wel nauwkeurig zijn omschreven. (punt 15)
Producten: Inhoudsopgave V-N
1