Op donderdag 30 januari 2020 is nummer 7 verschenen van Vakstudie Nieuws. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Recht op 30%-regeling, ondanks tweejarig verblijf in Nederland
Hof Amsterdam wijst het verzoek om toepassing van de 30%-regeling toe met ingang van 1 januari 2017. Ten tijde van het aangaan van de arbeidsovereenkomst bestond er geen duurzame band van persoonlijke aard tussen X en Nederland. (punt 6) - Te grote correctie bovenmatige deelnemingsrente vanwege uitbreidingsinvesteringen. Toelichting Staatssecretaris
Hof Den Haag oordeelt dat twee van de drie investeringen inderdaad zijn aan te merken als uitbreidingsinvesteringen. Hiermee moet dan rekening worden gehouden bij het bepalen van de deelnemingsschuld. (punt 11) - Hoge Raad beantwoordt enkele vragen over recht op teruggaaf dividendbelasting door buitenlands beleggingsfonds
De Hoge Raad beantwoordt een aantal vragen van Hof ’s-Hertogenbosch. Zo kunnen alleen fondsen voor de gemeenschappelijke belegging of andere aanwending van vermogen fondsen voor gemene rekening zijn. (punt 12) - Erfbelasting volgens A-G slechts evenredig verminderd bij samenloop schenk- en erfbelasting
A-G IJzerman concludeert dat de inspecteur de schenkbelasting terecht evenredig heeft verrekend. Uit de keuze van de wetgever om de schenkbelasting te verrekenen, en niet om de aanslag te vernietigen, volgt volgens de A-G dat de verrekening naar evenredigheid moet plaatsvinden. (punt 15) - Geen vrijstelling overdrachtsbelasting voor ruziesplitsing, ondanks vrijstelling IB en VPB
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat er vanwege het louter passief vermogensbeheer van de betrokken bv’s geen sprake kan zijn van ‘zakelijke overwegingen op grond waarvan de splitsing heeft plaatsgevonden’. De naheffing is dus terecht. (punt 16) - Nog steeds onduidelijkheid over realiteitszin van leveringen voor BTW
De Hoge Raad oordeelt dat het ontbreken van debiteurenrisico en transactiewinst niet goed door het hof is gemotiveerd. De zaak over vermeende carrouselfraude wordt voor de derde maal verwezen. (punt 20) - Voor vaststelling woonplaats zijn volgens A-G alleen omstandigheden in jaar zelf van belang
A-G Niessen concludeert dat X in 2013 in Nederland woont. De stelling van X dat van belang is of sinds 1997/1998 een duurzame band met Nederland is blijven bestaan, is onjuist. De rechter hoeft slechts te oordelen over het geschil en dat is of X in 2013 als binnenlands belastingplichtige kan worden aangemerkt. (punt 22)
Producten: Inhoudsopgave V-N
0