Prof. mr. R.J. de Vries en mr. G.I. van Eijk - Transacties in het kapitaalverkeer binnen de context van een "Papillon fiscale eenheid": echt of virtual reality? (deel 1)
In het kader van de "Papillon fiscale eenheid" bestaan twee fiscale waarheden die elkaar lijken uit te sluiten, te weten fiscale non-existentie wegens de resultaten- en vermogensconsolidatie binnen die eenheid versus de totaalwinstconceptie in combinatie met (i) het nieuw voorgestelde art. 13 lid 18, en (ii) het gegeven dat de fiscale eenheid (en dus ook de "Papillon fiscale eenheid") derdenwerking ontbeert. Tegen die achtergrond behandelen de auteurs in twee bijdragen die één geheel vormen, welke consequenties zijn verbonden aan transacties in het kapitaalverkeer die verlopen via de zichtbare aandeelhoudersrelaties met de (niet-gevoegde) tussenmaatschappij in de context van de "Papillon fiscale eenheid". Geconstateerd wordt dat verkapte winstuitdelingen en informele kapitaalstortingen binnen deze fiscale-eenheidsvariant Vpb-technisch – namelijk via de (niet-gevoegde) tussenmaatschappij – in aanmerking moeten worden genomen. Daarbij wordt onder meer aandacht besteed aan de liquidatieverliesregeling, art. 10 lid 1 Besluit fiscale eenheid 2003 en een vergelijking gemaakt met de fiscale eenheid die is gevormd met een buitenlandse dochtervennootschap die via haar Nederlandse vaste inrichting deelneemt aan deze combinatie. De bijdrage wordt afgesloten met een aantal samenvattende conclusies.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
A.W. Ravelli LLM - Hoe effectief is de modified nexus approach in EU-verband?
In het kader van het BEPS project hebben de OESO landen (waaronder Nederland) zich gecommitteerd om hun winstbelastingregimes voor immateriële activa (zoals de innovatiebox) in lijn te brengen met de modified nexus approach. De Europese Commissie heeft hier inmiddels ook op aangedrongen en heeft dwingende maatregelen aangekondigd indien implementatie niet op korte termijn volgt. De modified nexus approach bevat echter een opvallende (en bewuste?) lacune, daar deze geen drempel lijkt op te werpen voor het uitvoeren van speur- en ontwikkelingswerk in vaste inrichtingen (VI's). In deze bijdrage analyseert de auteur of de EU verdragsvrijheden toestaan dat deze lacune gedicht wordt door EU lidstaten die dit wenselijk achten en welke gevolgen dit heeft voor de effectiviteit van de modified nexus approach en wat dit betekent voor de effectiviteit van de modified nexus approach in EU verband.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mevr. W. van Hoeflaken - Symposium VHMF: De menselijke kant van fraude(bestrijding)
Jaarlijkse symposium van de Vereniging van Hogere Ambtenaren bij het Ministerie van Financiën (VHMF), gehouden op 21 april 2016 te Utrecht.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Transacties in kapitaalverkeer binnen de context van een "Papillon fiscale eenheid": echt of virtual reality? (Deel 2)
In het kader van de "Papillon fiscale eenheid" bestaan twee fiscale waarheden die elkaar lijken uit te sluiten, te weten fiscale non-existentie wegens de resultaten- en vermogensconsolidatie binnen die eenheid versus de to-taalwinstconceptie in combinatie met (i) het nieuw voorgestelde art. 13, lid 18, en (ii) het gegeven dat de fiscale eenheid (en dus ook de "Papillon fiscale eenheid") derdenwerking ontbeert. Tegen die achtergrond behandelen prof. mr. de Vries en mr. G.I. van Eijk in twee bijdragen die één geheel vormen, welke consequenties zijn verbonden aan transacties in het kapitaalverkeer die verlopen via de zichtbare aandeelhoudersrelaties met de (niet-gevoegde) tussenmaatschappij in de context van de "Papillon fiscale eenheid". Geconstateerd wordt dat verkapte winstuitdelingen en informele kapitaalstortingen binnen deze fiscale-eenheidsvariant VPB-technisch – namelijk via de (niet-gevoegde) tussenmaatschappij – in aanmerking moeten worden genomen. Daarbij wordt onder meer aandacht besteed aan de liquidatieverliesregeling, art. 10, lid 1, Besluit fiscale eenheid 2003 en een vergelijking gemaakt met de fiscale eenheid die is gevormd met een buitenlandse dochtervennootschap die via haar Nederlandse vaste inrichting deelneemt aan deze combinatie. De bijdrage wordt afgesloten met een aantal samenvattende conclusies.
Eén dodo maakt van 10a nog geen dode letter: de Mauritiuszaak
Op 5 juni 2015 heeft de Hoge Raad een voor de praktijk belangwekkend arrest gewezen, ook wel bekend als het zogenoemde Mauritiusarrest, waarin ons hoogste rechtscollege duidelijke kaders aangeeft met betrekking tot de zakelijkheidsweging bij de financiering van een externe overname onder de tegenbewijsregeling van art. 10a, lid 3, onderdeel a Wet VPB 1969. In deze bijdrage gaan prof. dr. R.P.C.W.M. Brandsma en J.I. van Leeuwen LL.M. in op een aantal, met name bewijsrechtelijke, aspecten van dit arrest. In hun beschouwing betrekken ze tevens de conclusie van A-G Wattel in de Italiaanse-telecomzaak van augustus 2015 en een aantal aspecten van de zakelijke-financieringstoets waarover nog geen rechterlijk oordeel is geveld.