Op donderdag 7 maart verschijnt nummer 7277. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

A. van Eijsden - Erfbelasting “betalen” met kunstvoorwerpen

In deze bijdrage bespreekt de auteur de regeling van art. 67 lid 3 SW 1956, die de mogelijkheid biedt om erfbelasting te “betalen” door kunstvoorwerpen over te dragen aan de staat. Het bedrag dat op de erfbelasting wordt afgeboekt – de wet spreekt over kwijtschelding – bedraagt 120% van de waarde in het economische verkeer van de overgedragen kunstvoorwerpen. De auteur bespreekt de procedurele aspecten van de regeling en voorts de diverse voorwaarden waaraan voldaan moet worden om van die faciliteit gebruik te kunnen maken. Ook wordt ingegaan op de vraag welke kunstvoorwerpen in aanmerking komen voor de regeling. Omdat de regeling zich niet mag verheugen op een grote mate van bekendheid bij beroepsmatige adviseurs, wordt tevens aandacht besteed aan het feit dat de adviseur die zijn cliënt niet wijst op de mogelijkheden die de regeling biedt, een beroepsfout begaat waardoor hij schadeplichtig kan zijn. Tevens wordt ingegaan op misvattingen over de reikwijdte van de regeling.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. drs. S.A.A. Herrijgers, prof. dr. mr. E.C.J.M. van der Hel-van Dijk en prof. dr. mr. R.N.J. Kamerling - De opmars van fiscaliteit in de commerciële jaarrekening

In dit artikel beschrijven de auteurs de ontwikkeling van fiscaliteit in de commerciële jaarrekening van 1890 tot en met heden. Daarbij gaan zij in op de gevolgen van deze ontwikkeling voor de rol van de controlerend accountant en de noodzaak van fiscale expertise bij zijn controlewerkzaamheden.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. G.F.S. Refuge en mr. S.J.W. Elema - Verslag 46ste Fiscale Conferentie DGA/Familiebedrijven

Verslag 46ste Fiscale Conferentie DGA/Familiebedrijven, gehouden op 11 en 12 oktober 2018 op Slot Zeist.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Een alternatieve box 3-heffing

C.B. Bavinck heeft in Weekblad 2019/22 een alternatieve box 3-heffing voorgesteld.
Dat was voor prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis reden ook de ‘pen’ ter hand te nemen en een alternatief voorstel te doen en wel als volgt:
1. Overheveling van de opbrengsten van onroerende zaken – jaarlijkse inkomsten en vermogenswinsten – naar box 1, als nieuw onderdeel in de bron ‘resultaat uit overige werkzaamheden’.
2. Omvorming van box 3 voor de resterende vermogensbestanddelen (roerend kapitaal), zoals spaarrekeningen, deposito’s en effecten, in een vermogensaanwasbelasting.
3. Toevoeging van de onroerende zaken aan de BOR in de SW 1956, onder gelijktijdige beperking ervan tot alleen in geval van overlijden.

Prejudiciële vragen aan het EVRM: een waardevolle aanvulling op de ­rechtsbescherming?

In dit artikel onderzoekt mr. E. Thomas de praktische gevolgen, inclusief de voor- en nadelen van de goedkeuring door Nederland van het Zestiende Protocol. Dit Protocol zal het per 1 juni 2019 mogelijk maken dat in fiscale procedures de Hoge Raad, de Centrale Raad van Beroep en het Gemeenschappelijke Hof van Justitie Hof van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba prejudiciële vragen aan het EHRM zullen stellen.

Producten: WFR-signaleringen

8