Op donderdag 26 november verschijnt nummer 7359. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
Prof. dr. L.G.M. Stevens - Over petten en baretten
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Prof. dr. S.J.C. Hemels - Immuniteit moet niet leiden tot parlementaire free fight
In deze bijdrage staat de vraag centraal wat de rechtspositie is van een burger die zich in het parlement onheus bejegend voelt. Hierbij wordt aandacht besteed aan de parlementaire immuniteit, de zelfbeperking die dit van Kamerleden vraagt en de belangrijke rol van de Kamervoorzitter.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Prof. mr. R.J. de Vries - Deelnemingsvrijstelling en schadevergoedingen uit hoofde van wanprestatie: een jurisprudentieel drieluik
In een drietal arresten heeft de Hoge Raad geprobeerd duidelijk te maken onder welke omstandigheden schadevergoedingen uit hoofde van wanprestatie onder de deelnemingsvrijstelling (kunnen) vallen. Geanalyseerd wordt of dit drieluik aan arresten een sluitend geheel vormt en bovendien wordt de huidige stand van zaken op dit vlak in kaart gebracht. Ten slotte wordt onderzocht of aan het wettelijke compartimenteringsleerstuk in de vorm van art. 28c Wet VPB 1969 in dit schadevergoedingskader enige betekenis toekomt.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Prof. mr. dr. M.M.W.D. Merkx en mr. H.G.J. Teeuwsen - De realiteit van de economische realiteit – Europese dimensie
Het begrip economische realiteit wordt door het Hof van Justitie reeds vele jaren toegepast in btw-zaken. In dit artikel onderzoeken de auteurs de Europese dimensie van de economische realiteit. Daarbij wordt zowel een cijfermatige als inhoudelijke analyse gegeven. In deze bijdrage wordt in kaart gebracht op welke verschillende wijzen de economische realiteit wordt toegepast in de Europese jurisprudentie.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
P. Szotek-Ververken - Multinational Enterprises, European State Aid and Transfer Pricing
Op vrijdag 4 december 2020 promoveert Paulina Szotek-Ververken aan de Maastricht University op het proefschrift ‘Multinational Enterprises, European State Aid and Transfer Pricing: A Study of the Application of EU State Aid Law to Transfer Pricing and Allocation of Income to Permanent Establishments’
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
De objectieve voorwaarde in het technisch aanmerkelijk belang
Op 10 januari 2020 wees de Hoge Raad een arrest over de in 2012 geldende tekst van de antimisbruikbepaling van artikel 17 (de buitenlandse belastingplicht) van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De ‘objectieve voorwaarde’ is een onderdeel van die antimisbruikbepaling. In deze bijdrage analyseert mr. M.M.Q. Wiezer de overwegingen van de Hoge Raad in genoemd arrest ten aanzien van die ‘objectieve voorwaarde’. Die overwegingen zijn tevens van belang voor de misbruikbepaling in het huidige artikel 17 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en in de inhoudingsvrijstelling van artikel 4 van de Wet op de dividendbelasting 1965. Ook voor de zogenoemde ‘Principal Purposes Test’ van het Multilaterale Instrument dient de ‘objectieve voorwaarde’ als middel om te bepalen of sprake is van misbruik. Tot slot is de ‘objectieve voorwaarde’ naar de mening van de auteur gelijk aan de ‘oogmerktoets’ van de deelnemingsvrijstelling (artikel 13, lid 9 Wet Vpb 1969).
Vlucht MH17 en het fiscale loonbegrip
Het Hof oordeelde en de Advocaat-Generaal concludeerde dat de erfgenamen van een slachtoffer van de MH17-ramp inkomstenbelasting moeten betalen over de overlijdensuitkering uit een door de werkgever van het slachtoffer gesloten internationale reis- en ongevallenverzekering. Zij hebben loon uit de dienstbetrekking van een ander genoten. De auteur concludeert dat het Hof en de Advocaat-Generaal op basis van wet en wetsgeschiedenis tot hun oordeel en conclusie konden komen. Hij verdedigt echter dat als de werkgever of derden aansprakelijk zijn voor de ongevalsschade, een schadevergoeding het fiscale loonbegrip overstijgt. Maatschappelijke opvattingen omtrent wat als beloningsvoordeel wordt ervaren, leiden ook tot de uitkomst van onbelastbaarheid. De erfgenamen zijn erfbelasting verschuldigd en geen inkomstenbelasting. T. van Schendel roept de wetgever op om de huidige wettelijke omkeerregel van ongevalsuitkeringen – aanspraak vrijgesteld, uitkering belast – te heroverwegen.
Producten: WFR-signaleringen