Op donderdag 4 februari verschijnt nummer 7368. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. dr. D.R. Post - Pleidooi voor een belastingkorting voor houdsterverliezen
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. R. Bagci, prof. dr. R.P.C.W.M. Brandsma, mr. drs. P. Ruige en mr. H.R. Zuidhof - Het conceptwetsvoorstel Wet invoering conditionele bronbelasting op dividenden versus de Wet op de dividendbelasting

De auteurs gaan in op het conceptwetsvoorstel Wet invoering conditionele bronbelasting op dividenden. Na een ­behandeling van het conceptwetsvoorstel wordt een vergelijking gemaakt met de Wet op de dividendbelasting. De auteurs constateren dat wordt uitgegaan van een afwijkende misbruikbenadering, die onder meer tot uiting komt in het hogere tarief, het belasten van uitkeringen door niet-houdstercoöperaties en de toepassing van de doorkijkbenadering. In het kader van een consistente regeling ten aanzien van dividenden verdient het aanbeveling om de Wet op de dividendbelasting aan te passen en het conceptwetsvoorstel niet in te dienen.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. Y.M. van Vught - Individueel vermogensbeheer in Nederland nu ook btw-vrijgesteld?

Op 4 december 2020 heeft de Hoge Raad in twee bijzondere arresten beslist, dat de btw-vrijstelling voor collectief vermogensbeheer van toepassing kan zijn bij een beleggersgiro. Wat deze zaken zo bijzonder maakt, is dat de toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (als expert op dit gebied) reeds had geoordeeld dat eiseres individueel vermogensbeheer verricht. Dit is voor de btw-belast.
Betekent dit nu dat voor de omzetbelasting een andere definitie geldt van het begrip ‘collectief beleggingsfonds’ dan omschreven in de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft)? En wat voor invloed heeft deze uitspraak op het vermogensbeheer van zogenoemde CLO-vennootschappen?
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. R. Zeldenrust - Een uniforme uitleg van drie antimisbruikbepalingen

De auteur bespreekt de vraag of aan tekstueel identieke bepalingen een uniforme uitleg toekomt. Hij stelt deze vraag in de context van drie antimisbruikbepalingen in de directe belastingwetten door de wetteksten en parlementaire toelichtingen te vergelijken. Tevens besteedt hij aandacht aan de vraag welke argumenten voor of tegen een uniforme uitleg (kunnen) pleiten en bespreekt hij de EU-rechtelijke aspecten van deze antimisbruikbepalingen.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Open normen in het belastingrecht

De ontwikkelde normtheorie maakt het mogelijk om normen in het fiscale systeem naar hun inhoud te onderscheiden en te definiëren. Het uit de normtheorie af te leiden consistent stelsel van normen functioneert onafhankelijk van politieke of belastingpolitieke opvattingen. Met deze normtheorie wordt beoogd een praktische bijdrage te leveren aan een duidelijk omschreven inhoud en aan een eenduidig identificeerbare en communiceerbare betekenis van open en niet-open normen in de rechtspraktijk en de belastingwetenschap, in dit artikel besproken door dr. mr. Pieter Rustenburg. Tevens wordt hiermee een theoretisch fundament gelegd onder belastingrecht als normatief systeem.

Overgangsregelingen in het internationale belastingrecht

In deze bijdrage besteedt mr. B.J.M. Hulsebosch aandacht aan overgangsregelingen in het internationale belastingrecht en in het bijzonder ten aanzien van art. 4 MLI. In dat kader onderzoekt de auteur een tweetal beginselen die daarbij een rol spelen. Ook wordt voorgesteld dat in het fiscaal verdragsbeleid een afzonderlijke paragraaf over overgangsregelingen wordt opgenomen.

Producten: WFR-signaleringen

5