Op donderdag 8 december 2022 verschijnt nummer 7457. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

  • Mr. S.F.J.J. Schenk - Van de ezel en de steen
  • Dr. A. Rozendal - Beleggingsfictie voor verhuurd vastgoed in de BOR en de DSR
    Het plan voor de invoering van een beleggingsfictie voor verhuurd vastgoed in de bedrijfsopvolgingsregeling in de SW 1956 en de doorschuifregeling in de Wet IB 2001 lijkt steeds concreter te worden. De beleggingsfictie is in ieder geval onderdeel van een Initiatiefwetsvoorstel van drie Tweede Kamerleden. In deze bijdrage onderzoekt de auteur in hoeverre het noodzakelijk is om een beleggingsfictie in te voeren. De auteur bespreekt de wijze waarop deze fictie zich verhoudt tot de bestaande wet- en regelgeving en jurisprudentie alsmede de argumenten die zijn genoemd om de invoering van een beleggingsfictie te rechtvaardigen. Ook besteedt de auteur aandacht aan mogelijke onwenselijke gevolgen voor de praktijk en alternatieven die men zou kunnen overwegen.
  • Drs. A.T.H. van der Linden - Tarieven in de IB: niet iedereen heeft een microsimulatiemodel (maar wel nodig)
    In deze bijdrage ontrafelt de auteur de tariefstructuur in de inkomstenbelasting voor zowel inkomensstijgingen, de belastbare inkomsten uit eigen woning als de persoonsgebonden aftrek. Vervolgens kan men de vraag beantwoorden aan wie men de twee voornoemde vrij toerekenbare inkomensbestanddelen anno 2022 het beste kan toerekenen. Waar het antwoord op die vraag niet voor de hand ligt, daar ligt de weg naar het antwoord wellicht nog minder voor de hand. Om het antwoord te kunnen geven moet men namelijk (maximaal) drie verschillende tariefstructuren door. Uit de bijdrage blijkt dat de tariefstructuren zelfs voor de wetgever soms te complex lijken te zijn. Conform de oproep in de motie-Grinwis c.s. van 9 november 2022 worden verbetervoorstellen gedaan om de marginale druk transparanter te maken.
  • Mr. A. Nolten en J.R. Goudsmit LLM - DEBRA, een reeds gemiste kans
    In deze bijdrage wordt ingegaan op het DEBRA-voorstel van de Europese Commissie. Het voorstel wordt in zijn historische context geplaatst en er wordt aandacht besteed aan de beleidsmatige en economische aspecten. Er wordt afgesloten met een aanbeveling, mocht het voorstel niet worden aangenomen door de EU-lidstaten.
  • Rubriek Parlementair

Binnenkort in het Weekblad

De belastinglatentieberekening in Pijler 2 op hoofdlijnen

In dit artikel gaan mr. G. Schutz en J.R. Goudsmit LLM in op de regeling voor belastinglatenties uit Pijler 2. De auteurs concluderen aan de hand van verschillende voorbeelden dat het meenemen van belastinglatenties een welkome maar complexe toevoeging ten opzichte van het vorige voorstel is en niet in alle situaties tot een bevredigend resultaat leidt.

Persoonlijke houdstervennootschap zonder substance: een kunstmatige constructie? (2)

Op 2 juni 2022 oordeelde Hof Amsterdam dat de inhoudingsvrijstelling niet van toepassing was op een dividenduitkering door een BV aan een Belgische houdstervennootschap van in België woonachtige natuurlijke personen. Volgens prof. dr. mr. P.G.H. Albert is het Hof uitgegaan van een te ruim misbruikbegrip en zou de Hoge Raad prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie moeten stellen over de reikwijdte van de antimisbruikbepaling in de Moeder-dochterrichtlijn.

Producten: WFR-signaleringen

16