Eind 2008 treft de politie in een door belanghebbende, X, gehuurde woning hennepstekken aan. Aangezien X in zijn IB-aangifte 2008 geen inkomsten uit de handel in hennepstekken heeft opgenomen, legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag aan X op. De inspecteur becijfert de inkomsten op € 111.457. Na bezwaar van X, laat de inspecteur de ontnemingsvordering van € 10.061 in aftrek toe.
Rechtbank Breda oordeelt dat X niet heeft aangetoond dat de bestreden correctie onjuist is. Hierbij wijst de rechtbank er op dat de door X gemaakte kosten niet aftrekbaar zijn, omdat hij door een Nederlandse strafrechter bij onherroepelijke uitspraak is veroordeeld. Verder merkt de rechtbank op dat de ontnemingsvordering en de door Enexis gevorderde schadevergoeding pas in het jaar van betalen in aftrek kunnen worden gebracht. De door de inspecteur gehanteerde berekening is volgens de rechtbank echter niet juist. De rechtbank stelt de inkomsten vast op € 80.534. Hierop brengt de rechtbank de ontnemingsvordering – gezien het standpunt van de inspecteur – nog in aftrek, ondanks het feit dat X dit bedrag niet in 2008 heeft betaald. De rechtbank vermindert de navorderingsaanslag.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Breda
Editie: 22 januari